Muntmeesters Brabant
Uit Wiki Munten en papiergeld
Muntmeesters Brabant,
[[[ hier het excelbestand invoegen]]]
8 Brabant
8.1 Brabant, hertogdom De Brabantse Munt was afwisselend gevestigd te Antwerpen (A), Brussel (B) en Leuven (L). Pas na 1592 leidden Antwerpen en Brussel ieder een eigen bestaan, met eigen muntmeesters. De Brabantse Munten te Den Bosch (Hertogenbosch, 's-) en Maastricht hadden vanaf de oprichting eigen muntmeesters.
Incidenteel is er ook gemunt te Mechelen (M) in 1485 en 1487-1489, Vilvoorde (V) en Walem (W). Van 1433-1520 voerde het Brabantse munthuis vaak een leeuw als muntteken. Antwerpen gebruikte vanaf het einde van de 15e eeuw een hand, ontleend aan het stadswapen. Leuven gebruikte soms het stadswapen met de dwarsbalk als muntteken en Brussel van 1576-1579 de letter B. Tijdens de opstand tegen Maximiliaan van Oostenrijk was er een aparte Munt gevestigd te Leuven (8.5).
Falcon da Lampaggio, van Pistoia (1338 en 1343-1344) was muntmeester van Vlaanderen van 1326-1331 en 1335-1338 en van Henegouwen van 1328-1347. Hij sloeg te Antwerpen in 1338 ook de keizerschilden op naam van keizer Lodewijk de Beier (1328-1347).
Bardes de Malpilli (1356) werd ook Bardet de Malpalys en Malpelys genoemd. Hij was waarschijnlijk dezelfde als de Bardet de Malpalys, muntmeester van Calais in 1371. Hij was in Brabant aangesteld voor de gouden munten. Hij werd daarna benoemd te Gent.
Andrieux du Porche (1356) was aangesteld voor de zilveren munten.
Andries Thomas van Mechelen (1392-1412) was waarschijnlijk dezelfde als de Vlaamse muntmeester van 1419-1422 en waarschijnlijk de broer van Johan Thomas, muntmeester van Gelre van 1394 (Gelderland, landsheerlijke periode) en de Vlaamse muntmeester te Mechelen van 1384-1386 en te Gent van 1386-1388.
Bertels Thomas (1394-1395) was waarschijnlijk dezelfde als de Vlaamse muntmeester Barthelémy Thomas van 1395-1400.
Jan Michiels (1417-1421) was tevens werkzaam te Maastricht. Daarvóór was hij muntmeester van Waalwijk.
Johan de Vries (1420-1421) was waarschijnlijk dezelfde als de Utrechtse muntmeester (Nedersticht en Oversticht) van 1416-1417en 1417-1419.
Jan van Arras (1420-1421) was waarschijnlijk dezelfde als de Hollandse muntmeester van 1413-1417.
Jean Gobelet (1429-1430) was waarschijnlijk dezelfde als de Vlaamse muntmeester van Valkenburg van 1396-1398 en Gent van 1409-1427.
Dirk van Staveren (1430-1432) was waardijn te Brussel 1437.
Jean du Bar (1434-1435) was waarschijnlijk dezelfde als de Vlaamse muntmeester van 1442.
Jan van Brabant (1434-1435) was daarvoor werkzaam in Holland, graafschap en daarna in Henegouwen, en van de door Philips van Bourgondië geëxploiteerde Franse munthuizen te Amiens en Saint-Quentin.
Jehan de Breuban (1435-1437): is deze dezelfde als Jan van Brabant, zie hierboven?
Humbert Musch (1454-1460?) was een broer van de Hollandse muntmeester Arent Musch. De muntslag te Mechelen eindigde in 1460. Het is echter niet zeker of Musch en Ghiselbrecht tot dat jaar in dienst zijn geweest.
Pierre Ghiselbrecht (1454-1460?): de muntslag te Mechelen eindigde in 1460. Het is echter niet zeker of Musch en Ghiselbrecht tot dat jaar in dienst zijn geweest.
Victor van Merende (1466-1467) was een zoon van zijn voorganger Clemens van Merende; Hendrik van Merende was waardijn te Leuven 1458-1477.
George Cabotre (1467-1474) was eerder muntmeester van Vlaanderen en van de door Philips van Bourgondië geëxploiteerde Franse munthuizen te Amiens en Saint-Quentin.
Ypol Terrax (1474-1477), Hippolyte Vledincx, alias Ypol Terrax, was gehuwd met Margaretha van Merende. Na Brugge werd hij muntmeester van Brabant te Antwerpen. Hij overleed in 1480.Hij stichtte in de kathedraal van Antwerpen het altaar van de munters; muntmeesterteken hand.
Marcel de Millon (1474-1476) was daarvóór muntmeester van Vlaanderen, waar hij ook met Ypol Terrax samenwerkte.
Hans Gelucwijs (1478-1481), muntmeesterteken toren, werd in 1487 benoemd tot waardijn van de opnieuw te openen Munt van Luxemburg.
Jan Cobbe (1481-1487), muntmeestertekens: hand en leeuw.
Pieter Cobbe (1487-1507), zoon van zijn voorganger Jan Cobbe.
Heilman Cobbe (1507-1513) is waarschijnlijk dezelfde als de Vlaamse muntmeester Herman Cobbe van 1493 en 1520-1523 en de Namense muntmeester Helman Cobbe van 1497-1499. Veel leden van de familie Cobbe waren munters te Antwerpen: Pieter in 1573, Jan in 1590 en Hans in 1597.
Thomas de Greve (1510-1513) was Waarschijnlijk dezelfde als de muntmeester van Gelre en Holland; Gelderland, landsheerlijke periode, Holland, graafschap.
Matthieu du Chastel (1513-1520) was generaal-meester in 1524; Generaalmeesters.
Thomas Grammaye (1504-1510 en 1521-1524) werd later generaal-meester. Hij overleed in 1563.
Pieter Jonghelinck (1524-1542) was getrouwd met Anne Grammaye, dochter van Thomas Grammaye, zie hierboven. Pieter was de vader van Thomas (ovl. in 1563), die zelf ook muntmeester werd en later generaal-meester, van Jan (ovl. in 1570) die essayeur-generaal werd en van de medailleur Jacob Jonghelinck (1530-1606) die in 1572 waardijn aan de Antwerpse Munt werd. Gaspard Jonghelinck, zoon van de medailleur Jacob, werd later waardijn te Antwerpen.
Cornells van Eeckeren (1530-1533), een Robert van Eeckeren was generaal-meester in 1576.
Thomas Jonghelinck (1542-1548), zoon van Pieter Jonghelinck, zie hierboven.
Jean Noirot (1552-1555), vader, oom? was generaal-meester 1531-1535; Generaalmeesters.
Jean Noirot (1562-1572) vluchtte in 1572 wegens fraude. Waarschijnlijk dezelfde als de provisionele muntmeester van Zeeland van 1580.
Floris Florisz. (1572-1579) was daarvoor muntmeester van Overijssel en van Utrecht. Hij overleed in 1579.
Gertrude Sangers (1579-1581) was weduwe van Floris Florisz. Mogelijk was zij een familielid van Wilhelm Sengers, muntmeester van Bergh van 1565-1566.
8.2 Munt te Antwerpen
Muntteken: hand
Jacob Walraven (1581) was waarnemend.
Pieter Baseliers (1581-1585) in 1664 was Manen Baseliers „knaap" van de Munt te Antwerpen; Gaspard Baseliers was contra-waardijn in Antwerpen 1574-1578, die in dat laatste jaar ontslagen werd wegens doodslag.
Gertrude Sangers (1585-1586) was al eerder werkzaam, zie hierboven.
Adelheid Pauwels (1598-1600) was weduwe van muntmeester Pieter Zinck (1587-1593) en werkte samen met haar zoon Gerard Zinck.
Jeanne van Liebeke (1619-1620) was de weduwe van haar voorganger Dominique Wouters.
Jan van Liebeke (1619-1624), broer van zijn voorgangster Jeanne Liebeke.
Willem Jansz. Emonts (1627-1628) was hij een zoon van zijn voorganger Jan Emonts?
Arthur Emonts (1627-1629) was waarschijnlijk dezelfde als de Brabantse muntmeester te Maastricht van 1621-1624 en 1631-1632 en de Artesische muntmeester van 1634-1640; Artois.
Gillis van der Heyden (1638-1639) provisioneel; hij was de essayeur.
Pieter van Vreeckem (1691-1696) was daarvóór muntmeester te Brussel. Hij was tegelijkertijd muntmeester te Antwerpen én generaal-meester. Dit komt eigenlijk nooit voor: er kan namelijk vermenging van belangen ontstaan omdat een generaal-meester toezicht moet houden op het werk van de muntmeesters; Generaalmeesters.
Jean Charles van der Borcht (1724-?) was generaal-meester 1709-1734. Dit zou betekenen dat hij tegelijkertijd muntmeester én generaal-meester geweest is, hetgeen strijdig met elkaar is. De enige andere persoon van wie dit bekend is, is Pieter van Vreeckem, zie hierboven.
Thomas van der Motten (1752-1758) werkte zowel te Antwerpen en Brussel, met de titel van directeur. Rond het jaar 1758 werd de muntslag te Antwerpen beëindigd en werden de munters meer en meer „op reyse" gestuurd naar de Munt te Brussel. Pas in 1782 werd de Munt te Antwerpen officieel gesloten.
8.3 Munt te Brussel
Muntteken: letter B (gebruikt 1592-1593 en 1601) en engelkop (1612-1795)
Gilbert Clenarts (1623-1648): Pierre Clenarts was essayeur van de Munt te Antwerpen in 1678.
Pieter van Vreeckem (1649-1680) werd later generaal-meester én muntmeester te Antwerpen, zie hierboven.
Israel de Witte (1681-1692 of later; de Munt sloot in 1695).
Munt gesloten (1715-1744). Er bestaan koperen oorden van 1714 en 1715 maar we weten niet welke muntmeester hiervoor verantwoordelijk was.
Thomas van der Motten (1757-1776) was ook directeur te Antwerpen, zie hierboven. Hij werd benoemd in 1752 en sloeg toen munten te Antwerpen, maar de eerste munten te Brussel dateren pas van 1757.
Jean-Joseph Wouters (1776-1794) had de titel van directeur. Door de definitieve Franse bezetting in 1794 valt de muntslag stil en wordt de Munt gesloten.
8.4 Munt te Den Bosch (Hertogenbosch, 's-)
Muntteken: boom (uit stadswapen)
Jan de Leeuw (1581-1591) was waarschijnlijk dezelfde als de muntmeester van de stad 's-Hertogenbosch van 1579
Adriaan Franssen (1595-1604), is hij dezelfde als Adriaan Franssen, muntmeester van Luik van 1606-1610 en 1612-1614 en van Thorn en de Adriaan Franssen van Luxemburg?
Lieven van Craeywinckel (1620-1624) waarschijnlijk is hij dezelfde als de Luxemburgse muntmeester van 1631-1638.
8.5 Munt te Leuven
Muntteken: stadswapen (faas of dwarsbalk)
Jan van der Nat (1489): mogelijk is hij dezelfde als de muntmeester van Bolsward.
8.6 Munt te Maastricht
Muntteken (sinds 1500): vijfpuntige ster, ontleend aan het stadswapen
Hendrik Adelyen (1396) is waarschijnlijk dezelfde als de Hollandse muntmeester van 1391-1393.
Jan Michiels (1418-1421) was tevens werkzaam te Brussel en Vilvoorde en daarvóór te Waalwijk.
Jan van Woestbroeck (1500-1501): hij was essayeur-generaal in 1509 en is waarschijnlijk dezelfde als de muntmeester van Luxemburg van 1502-1506.
Zacharias Cornachini (1558-1563) was getrouwd met Margriet Wijntgens, zuster van Balthasar Wijntgens sr., muntmeester van de Drie Steden, zie de stamboom Wijntgens in muntmeesters stambomen.
Clemens van Eembrugge (1564-1565) zie de stamboom van het geslacht Fleming in muntmeesters stambomen.
Meynart van Zwolle (1582-1598) was waarschijnlijk dezelfde als de muntmeester van Namen van 1592.
Thielman Coomans (1601-1610): zijn muntrekening begint op 12 juni 1601. Toch zijn er Brabantse munten, geslagen te Maastricht van de jaren 1599 en 1600. Mogelijk is een eerdere muntrekening van Coomans verloren gegaan of behoren ze bij een nu nog onbekende muntmeester.
Arthur Emonts (1621-1624 en 1631-1632) is waarschijnlijk dezelfde als de Brabantse muntmeester te Antwerpen van 1627-1636 en de Artesische muntmeester van 1634-1640; Artois.
8.7 Den Bosch, stad (Hertogenbosch, 's-)
Jan de Leeuw (1579) is waarschijnlijk dezelfde als de Brabantse muntmeester te 's-Hertogenbosch van 1581-1591.
8.8 Megen, graafschap
Munt te Megen (M) en te Gorinchem (G)
Hendrik van Broekwijk (1450) werd wegens valsemunterij te 's-Hertogenbosch ter dood gebracht door middel van de ketelstraf.
Johan van Everdingen (1583-1587): in 1579 onderhandelt een Cornelis van Everdingen over het muntmeesterschap van Bergh.
8.9 Waalwijk, heerlijkheid
Jan Michiels (1400) werd in 1400 vrijgesproken van valsemunterij. Daarna was hij werkzaam te Brussel, Vilvoorde en Maastricht.