Handelingen

Muntmeesters Nederland

Uit Wiki Munten en papiergeld

Nederland, koninkrijk

17.1 Munt te Utrecht

Muntteken: mercuriusstaf, maar op kopergeld voor Nederlandsch-Indië een vijfpuntige ster. Op de duiten met jaartal 1790. maar geslagen in 1827, staat de ster tussen twee punten. Bij Rijks Munt werd het de gewoonte om als waarnemer muntmeester het muntmeesterteken van de voorganger te gebruiken, aangevuld met een sterretje.

17.1 Munt te Utrecht
wn = waarnemend
muntmeester muntmeesterteken in functie
G.J. Langerak du Marchie Sarvaas 1814
Y.D.C. Suermondt klaverblad, borstbeeld, fakkel, S 1815-1838
P.C.G. Poelman wn lelie 1839-1840
P.C.G. Poelman lelie 1840-1845 lelie 1840-1845
H.A. van den Wall Bake wn lelie met parel, zwaard 1845-1846
H.A. van den Wall Bake zwaard 1846-1874
P.H. Taddel wn zwaard met klaverblad 1874
P.H.Taddel bijl 1875-1887
H.L.A. van den Wall Bake wn bijl met ster 1887-1888
H.L.A. van den Wall Bake hellebaard 1888-1909
Mr. G. Blom wn hellebaard met ster 1909
Dr. C. Hoitsema zeepaardje 1909-1933
Dr. W.J. van Heteren druiventros 1933-1942
Dr. J.W.A. van Hengel wn 1942
D.M. Pey 1942
Dr. J.W.A. van Hengel wn 1942-1944
P.C. Mente wn 1944-1945
Dr. J.W.A. van Hengel vis 1945-1969
Dr. Ir. M. van den Brandhof haan 1969-1979
Ir. B.C.H.J. Smit wn haan met ster 1980
Ir. J. de Jong aambeeld 1980-1987
Ir. P. van den Berg, interim-manager aambeeld 1987-1988
Drs. C. van Draanen pijl en boog 1988-2000
E.J. van Schouwenburg wn pijl en boog met ster 2000
R. Bruens vruchtdragende wijnrank 2001
Ir. M.T. Brouwer wn vruchtdragende wijnrank met ster 2002
Ir. M.T. Brouwer koerszettende zeilen 2003-2015
K. Bruinsma wn koerszettende zeilen met ster 2015-2017
17.2 Munt te Brussel
muntmeester muntmeesterteken in functie
Ridder C.D. de Bourgogne Herlaer palmtak 1821-1830
17.3 Amsterdam, particuliere Munt
muntmeester muntmeesterteken in functie
H. de Heus 1815-1816

G.J. Langerak du Marchie Sarvaas (1814) was al eerder muntmeester te Utrecht en tijdens de Franse tijd (Holland, koninkrijk en het Franse keizerrijk). Hij was dus in feite werkzaam te Utrecht van 1797-1814. Hij overleed op 3 mei 1814. Zijn weduwe en schoonzoon W.G.F, van Sorgen hebben als „provisioneel geautoriseerden" de muntslag voortgezet tot in 1815.


Y.D.C. Suermondt (1815-1838) gebruikte een klaverblad als [muntmeesterteken]] in 1815, een borstbeeld in1816-1817 en een fakkel in 1818-1838. Voor het kopergeld voor Nederlandsch-Indië, waarvan de hele en halve duiten met het jaartal 1816 geslagen zijn van 1820-1822, gebruikte hij de letter S.

Het borstbeeld, ook wel gebakerd kindje genoemd, is ontleend aan het helmteken van het familiewapen. Dit muntmeesterteken komt ook voor op de VOC-duiten met het jaartal 1790, die naar alle waarschijnlijkheid in 1827 geslagen zijn.


P.C.G. Poelman, (waarnemend 1839-1840 en zelfstandig 1840-1845) was daarvoor essayeur-generaal. Zijn muntmeesterteken was een lelie, ontleend aan het familiewapen: in blauw een gouden schildhoofd, beladen met een rode lelie; heraldiek.


H.A. van den Wall Bake (waarnemend, lelie met parel 1845-1846 en zelfstandig 1846-1874) gebruikte als zelfstandig muntmeester een zwaard. Muntmeester H.A. Bake mocht zich sinds 10 augustus 1853, de dag dat koning Willem III de Munt met een bezoek vereerde, Van den Wall Bake noemen. Tijdens zijn muntmeesterschap werd het namens de overheid toezichthoudende College van Raden en Generaalmeesters der Munt in 1851 opgevolgd door het Muntcollege.


P.H. Taddel (waarnemend, zwaard met klaverbladaan het einde van het zwaard 1874 en zelfstandig 1875-1887) had als muntmeesterteken een bijl.


H.L.A. van den Wall Bake (waarnemend, bijl met ster 1887-1888 en zelfstandig 1888-1909) had als muntmeesterteken een hellebaard. Hij was een zoon van H.A. van den Wall Bake. Hij overleed in functie in 1909.


Mr. G. Blom (waarnemend, hellebaard met ster 1909). Hij was daarvóór administrateur van de Munt.


Dr. C. Hoitsema (1909-1933) had als muntmeesterteken een zeepaardje. Hij werd in 1899 benoemd tot inspecteur-essayeur-generaal van het Muntcollege. Dit college

werd opgeheven nadat de Munt in 1901 een staatsbedrijf was geworden. Hoitsema kreeg toen als toezichthouder de titel van controleur-generaal. Na de dood van H.L.A. van den Wall Bake werd deze functie opgeheven en werd Hoitsema tot zijn opvolger benoemd.


Dr. W.J. van Heteren (1933-1942) had als muntmeesterteken een druiventros. Een plaquetteportret van hem is gemaakt door de beeldhouwster Gra Rueb; www.grarueb.nl


Dr. J.W.A. van Hengel (waarnemend 1942-1944 en zelfstandig 1945-1969) had als muntmeesterteken een vis. Hij was sinds 1934 1e scheikundige-chef der Afdeling Controle van 's Rijks Munt. Hij werd tijdens de Tweede Wereldoorlog geschorst wegens een conflict met de NSB-thesaurier-generaal Rost van Tonningen, die ook president van de Nederlandsche Bank werd. Van Hengel werd daarop benoemd bij het Bureau van non-ferrometalen te Den Haag en werd pas na de oorlog zelf muntmeester. Zijn ervaringen in de oorlogsperiode en daarna publiceerde hij in zijn “Geschiedkundige aantekeningen betreffende het Nederlandse muntwezen 1937-1967”, JMP (1971-1972) 88-100.

In 1969 werden oude stempels gebruikt voor de muntslag voor de Nederlandse Antillen. Ter onderscheid werd een ster toegevoegd aan het muntmeesterteken van de laatst gebruikte stempels. Hierdoor kregen diverse muntsoorten van de Nederlandse Antillen als muntmeesterteken een vis met ster: cent (1968), 2 ½ cent (1965), 1/10 gulden (1966), ¼gulden (1967) en gulden (1964).


D.M. Pey (1942) moest aftreden omdat hij geen blanco strafregister bleek te hebben.

P.C. Mente (waarnemend 1944-1945): op het zinken oorlogsgeld stonden geen muntmeestertekens.

Dr. Ir. M. van den Brandhof (1969-1979), muntmeesterteken haan. Ook hij heeft een geschiedkundig overzicht geschreven in JMP (1987) 143-157.

Ir. B.C.H.J. Smit (waarnemend 1980), muntmeesterteken haan met ster.

Ir. J. de Jong (1980-1988), muntmeesterteken aambeeld. Dit muntmeesterteken was al ontworpen voor Ir. Smit, waarnemend muntmeester, als verwijzing naar zijn naam. Als opvolger werd echter de buitenstaander De Jong benoemd.


Ir. P. van den Berg (interim-manager 1987-1988). Het verzamelen van koninkrijksmunten was in deze periode zo populair dat Van den Berg geen nieuw muntteken voerde omdat men vreesde dat de circulatie verstoord zou kunnen worden door verzamelaars vanwege een nieuw muntteken „aambeeld met ster".


Drs. C. van Draanen (1988-2000), muntmeesterteken pijl en boog, ontleend aan zijn sterrenbeeld boogschutter.


E.J. van Schouwenberg (waarnemend 2000), muntmeesterteken pijl en boog met ster.


Ing. R. Bruens (2001), muntmeesterteken vruchtdragende wijnrank.


Ir. M.T. Brouwer (waarnemend 2002 en zelfstandig 2003-2015), muntmeesterteken als waarnemer vruchtdragende wijnrank met ster, daarna koerszettende zeilen.


K. Bruinsma (waarnemend 2015-2017), muntmeesterteken koerszettende zeilen met ster.


17.3 Amsterdam, particuliere Munt


H. de Heus (1815-1816): er zijn ook in 1815 munten geslagen met het jaartal 1814.


Terug naar muntmeesters.