Muntmeesters Groningen
Uit Wiki Munten en papiergeld
muntmeesters Groningen,
muntmeester | muntmeesterteken | in functie | muntplaats |
1.1 Groningen, stad | |||
Mattheus | 1471-1477 | G | |
Jasper | na 1474 | G | |
Geert Hessels | 1491? | G | |
Cornelius van Leiden | 1498-1507 | G | |
Hendrik van Linner | 1498-1500 ? | G | |
Munt gesloten | ca. 1540-1560 | ||
Jasper Fleming | lelie, dubbele adelaar | 1560-1562 ? | G |
Hendrik Berends | 1565 | G | |
Hendrik Munninck | 1568 | G | |
Hans thom Bussche | 1578-1622 | G | |
Rogier Albertsz. Ritsema | twee munthaken | 1623-1649 | G |
Munt gesloten | 1649-1690 | G | |
Coenraed Raerd | niet gemunt | 1657 | |
Egbert Marinus | meerman | 1690-1693 | G |
1.2 Groninger Ommelanden | |||
Hendrik Velthuysen | lelie | 1579-1580 | A |
idem | lelie | 1584 | Go |
Anna Wissel | 1584-1585 | Go | |
Hendrik Craeyvanger | 1589-1591 | C | |
1.3 Groningen, gewest | |||
Caspar Boom | vierbladige bloem | 1673-1677 | G |
David Hagenet | rozet | 1681-1688 | G |
Assuerus Vosdink | zittend vosje | 1690-1693 | G |
muntmeester | muntmeesterteken | in functie | muntplaats |
A = Appingedam | |||
C = Culemborg | |||
G = Groningen | |||
Go = Gorinchem |
1. Groningen
1.1 Groningen, stad, Munt te Groningen
De stad gaf in 1577 noodmunten (noodgeld) uit die geslagen werden door Balthasar Wijntgens sr., de muntmeester van de Drie Steden te Deventer, die tijdens het beleg in de stad was. In 1692 werden de laatste munten geslagen en in 1693 werd de Munt officieel gesloten.
Opmerkingen:
Mattheus Nijkamer (ca. 1474?) was mogelijk muntmeester van Groningen.
Hendrik van Linner (1498-1500 ?) in een akte, opgemaakt te Kampen in 1508 wordt een zekere Mr. Hendrick genoemd als muntmeester in Groningen. Het staat echter niet vast dat Hendrik van Linner in dat jaar nog werkzaam was te Groningen.
Jasper Fleming (1560-1562) was zoon van Lambert Fleming. Hij werd in Groningen Van Ossenborg genoemd (= afkomstig uit Osnabrück). Jasper overleed ca. 1565. Op zijn Groningse munten gebruikte hij in 1560-1561 een lelie als teken en in 1562 een dubbele adelaar.
Hans thom Bussche (1578-1622) gebruikte diverse tekens (dubbele adelaar, takje, kruis van vijf bollen, ster met zes stralen en leliekruis) die waarschijnlijk alle emissietekens zijn geweest.
Rogier Albertsz. Ritsema (1623-1649) munthaken is de gebruikelijke numismatische aanduiding voor de haakstokken waarmee het muntpersoneel de gietvormen in en uit de oven schoof. Soms gaat dit muntmeesterteken vergezeld van een adelaarskop, die ook alleen voorkomt, evenals een dubbele adelaar. Waarschijnlijk zijn deze laatste tekens emissietekens.
Coenraed Raerd (niet gemunt 1657) was daarvóór muntmeester van Friesland.
Egbert Marinus (1690-1693) was daarvóór vanaf 1682 essayeur te Deventer. Zijn broer Adriaan was van 1685-1692 essayeur te Nijmegen. Egberts zoon werd later muntmeester van Friesland. Het familiewapen bevat een meerman, waarvan het muntmeesterteken is afgeleid.
Munt te Appingedam, Gorinchem en Culemborg
Opmerkingen:
Hendrik Velthuysen (1579-1580), werkte daarvóór te Batenburg en daarna ook te Gorinchem voor Don Antonio (Antonio) , pretendent van Portugal.
Anna Wissel (1584-1585) weduwe van Hendrik Velthuysen, was ook werkzaam voor Don Antonio.
Hendrik Craeyvanger (1589-1591) was ook werkzaam voor de graaf van Culemborg. Hij werd door de Staten van Holland ervan beschuldigd in 1587 te Amsterdam een clandestien munthuis te hebben gedreven. Hij werd in 1591 gearresteerd.
1.3 Groningen, gewest
Munt te Groningen
In 1738 zijn er Groningse munten geslagen te Kampen en in 1761 en 1770-1772 te Harderwijk.
Opmerkingen:
Caspar Boom (1673-1677) werd door Besier abusievelijk Ooms genoemd.
David Hagenet (1681-1688) was daarvóór muntmeester bij Dirck Bosch (Bosch) te Enkhuizen. Hij vertrok daar onder verdenking van fraude en met achterlating van schulden, waardoor de Generaalmeesters protesteerden tegen zijn benoeming te Groningen. Het muntmeesterteken is ontleend aan het familiewapen: in blauw een zilveren rozet.
Terug naar muntmeesters