Willem I
Uit Wiki Munten en papiergeld
Willem I, voluit: Willem Frederik (1772-1843), soeverein vorst van 1813-1815 en koning der Nederlanden en groothertog van Luxemburg van 1815-1840. Willem Frederik was een zoon van prins Willem V van Oranje-Nassau, algemeen erfstadhouder der Verenigde Nederlanden, en prinses Wilhelmina van Pruisen. Hij huwde op 1 oktober 1891 met zijn nicht Wilhelmina van Pruisen.
Erfprins Willem Frederik week op 18 januari 1795 met zijn vader uit naar Engeland om niet in handen van de Fransen en hun sympathisanten te vallen. Na het vertrek der Fransen in 1813 keerde Willem Frederik naar de Nederlanden terug en nam bij proclamatie de titel van soeverein vorst aan. Nadat bij het verdrag van Londen van 1814 België met de Noordelijke Nederlanden was verenigd, nam Willem Frederik op 16 maart 1815 de titel van Koning der Nederlanden aan en werd als zodanig door het Congres van Wenen erkend. Op 21 september 1815 werd hij te Brussel ingehuldigd als koning der Nederlanden.
In 1830 scheidden de Belgen zich af en vormden een eigen koninkrijk. Het Duitstalige deel van Luxemburg bleef nog onder de soevereiniteit van koning Willem I en zijn mannelijke opvolgers, hetgeen op zijn gouden munten van 10 en 5 gulden en op zijn zilveren munten van 3, 2½, 1 en ½ gulden is te zien aan de aan zijn titel van "Koning der Nederlanden" toegevoegde letters G.H.V.L. = groothertog van Luxemburg. Willem I deed in 1840 afstand van de troon ten behoeve van zijn zoon Willem II en stierf op 12 december 1843 te Berlijn.
De beeltenis van Willem I, naar links gewend en gegraveerd door Michaut, treffen we aan op de sinds 1819 voor de circulatie geslagen gouden tientjes (tienguldenstuk) en naar rechts gewend op de sinds 1818 geslagen zilveren drieguldens, guldens en halve guldens. Voorts komt zijn naar links gewende borstbeeld voor op de door Braemt gegraveerde gouden vijfjes van 1826 en 1827.
Op de sinds 1818 voor de circulatie geslagen zilveren 25, 10 en 5 centstukken staat zijn gekroonde initiaal W in een sierlijke schrijfletter en op koperen centen en halve centen in een kapitale Latijnse letter, in alle gevallen gegraveerd door Van der Kellen sr.
Wanneer in 1840 een zilveren rijksdaalder en een kleinere gulden worden ingevoerd, staat daarop zijn beeltenis, ontwerp Royer en gegraveerd door Schouberg, naar rechts gewend. Voorts staat zijn kop, gegraveerd door Michaut, naar rechts gewend op de sinds 1821 geslagen guldens en, gegraveerd door Van de Goor, op de sinds 1826 geslagen kwart en halve guldens van Nederlandsch-Indië.
Hoewel in Nederland niet gebruikelijk is vorsten op bankbiljetten af te beelden, is het naar rechts gewende borstbeeld van koning Willem I geplaatst op bankbiljetten van 10 gulden, modellen 1945 E en 1949, die werden ontworpen door Thomas de la Rue te Londen. Het borstbeeld is vermoedelijk ontleend aan een gravure door J.R Lange uit 1835, naar een schilderij door Cornelis Kruseman.
Voorts treffen we het naar rechts gewende hoofd van Willem I aan op gouden munten van 100 gulden 1978 van de Nederlandse Antillen.
W.
Lit.:
Beek, M.L.F, van der, De koloniale gulden van 1821, De Beeldenaar (1995) 461-466;
idem, De muntslag ten tijde van Koning Willem I, Ontwerp en produktie van de Nederlandse munten 1814-1839, Utrecht 1997;
Stuurman, J.G., De Nederlandsch-Indische gulden van 1839 en 1840, De Beeldenaar (1996) 9-18.