Handelingen

Kellen

Uit Wiki Munten en papiergeld

Kellen, van der-, geslacht van stempelsnijders bij de Munt van het koninkrijk Holland en daarna bij 's Rijks Munt.

1. David sr. (1764-1825), was opgeleid tot goudsmid en werkte enige tijd in het atelier van J. G. Holtzhey. Hij werd in 1809 aangesteld bij de Munt van het koninkrijk Holland (Holland, koninkrijk) te Utrecht. Na de inlijving van Holland in het Franse keizerrijk werden alle stempels voor Utrecht vanuit Parijs geleverd.

Na de val van Napoleon werd hij in 1813 wederom te Utrecht als stempelsnijder aangesteld, waar hij tot zijn dood werkzaam bleef. Hij sneed onder andere stempels voor een gouden dukaat van Lodewijk Napoleon (alleen in proefslag bekend) en de stempels voor de gouden dukaat van 1814.

2. David jr. (1804-1879), zoon van David sr., in 1821 als leerling-stempelsnijder benoemd, werd na de dood van zijn vader in 1825 stempelsnijder als opvolger van J. P. Schouberg en volgde deze laatste in 1852 op als eerste stempelsnijder.

Van zijn hand zijn de portretten van Willem II op de rijksdaalder en de gulden (naam of initialen VDK op de afsnede van de hals), naar een ontwerp van een profiel door de beeldhouwer Royer. Voor de rijksdaalder moesten al spoedig nieuwe stempels gemaakt worden omdat het oor te laag geplaatst was. Daarna ontwierp hij de portretten van Willem II en Willem III voor de gouden negotiepenningen. Hij sneed ook de stempels voor de keerzijden van de Indische zilveren en koperen pasmunten volgens de wet van 1854. Hij was gehuwd met Henriëtte Menger, de zuster van zijn collega J. Ph. Menger.

3. Johan Philip (1831-1906), zoon van David jr., werd in 1846 leerlingstempelsnijder bij zijn vader en in 1874 aangesteld tot tweede stempelsnijder. Hij werd in 1876 benoemd tot directeur van het Rijksprentenkabinet te Amsterdam.

A.S.

Lit.: Besier, L. W. A., De stempelsnijders van 's Rijks Munt te Utrecht in de laatste 50 jaren, TMP (1895) 5-51; Kramm, C, De levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouders, graveurs en bouwmeesters, Amsterdam 1857-1863 (6-delen).