Handelingen

Verenigde Zeeuwse Compagnie

Uit Wiki Munten en papiergeld

Versie door (gebruikersnaam verwijderd) op 15 jan 2017 om 23:21
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Verenigde zeeuwse compagnie reaal van achten 1602.jpg

Verenigde Zeeuwse Compagnie, een door de meerderheid van de vennoten van De Moucheron uit Veere en Ten Haeff, burgemeester van Middelburg, in het najaar van 1600 gevormde handelscompagnie. De eerste vloot van deze zogenaamde voor-compagnie voer uit op 28 januari 1601, gevolgd door een tweede vloot op 31 maart 1602 onder commando van Sebald de Weert. Deze voer uit met de vloot van Wybrant van Warwijck en zij vormden tezamen de eerste vloot onder het charter van de in 1602 opgerichte Verenigde Oostindische Compagnie VOC. Balthasar de Moucheron bleef buiten de oprichting van de Zeeuwse Compagnie en zond op 5 mei 1601 een eigen vloot uit onder Joris van Spilbergen.

Eerder had De Moucheron aan de muntmeester van Zeeland een verzoek gericht voor het slaan van 1200 mark zilver aan Spaanse achtrealen (peso) in navolging van de aanmunting te Dordrecht voor de Verenigde Amsterdamse Compagnie. De Zeeuwse muntmeester Melchior Wijntjes (1601-1612) wilde hieraan voldoen mits de Staten van Zeeland er toestemming voor gaven. Deze gingen ermee akkoord onder voorwaarde dat een gedeelte van de emissie zou bestaan uit munten met het wapen van Zeeland, om op deze wijze het wapen van Zeeland in die landen bekend te maken.

De overige exemplaren, geheel gelijk aan de Spaanse achtreaalstukken, dienden op verzoek van de stad Goes van een geheim bijteken te worden voorzien. Zij zijn helaas, door onbekendheid met dit geheime bijteken, tegenwoordig niet meer als Zeeuws te herkennen. Hoewel Spaanse realen in Azië meer gewenst waren, is aan de gestelde voorwaarde voldaan en is er volgens de geheime rekening van de Rekenkamer van de Staten van Zeeland tussen 15 januari en 16 februari 1602 uiteindelijk voor ca. 2557 mark aan zilver vermunt. Daar de vloot van De Moucheron reeds in mei 1601 was uitgevaren en in de latere notulen niet meer over het verzoek van De Moucheron wordt gerept, doch enkel over de "Requeste van de Negocianten op Oost Indien", zal dit een verwijzing zijn naar de Verenigde Zeeuwse Compagnie die als uiteindelijke opdrachtgever voor de aanmunting beschouwd moet worden.

Bij de muntbusopening bleken zich daarin 3 exemplaren met het wapen van het Land en de Steden van Zeeland en 83 exemplaren met de voorgeschreven opschriften en wapens van Spanje te bevinden. In totaal werden 22.956 exemplaren op het gewicht (27,42 g) en gehalte (11 penningen = 0,917) van de Spaanse achtreaalstukken geslagen waarvan, naar rato van de exemplaren in de muntbus, 800 stuks met het Wapen van Zeeland en het restant in de vorm van de Spaanse achtreaal of mat.

L.