Mat

mat,

1. in de Nederlanden gebruikelijke benaming voor het Spaanse zilveren 8 realenstuk of peso dat in de 16e tot 18e eeuw in Spanje en - voor het merendeel - in verschillende Spaanse, en vooral Spaans-Amerikaanse munthuizen in grote hoeveelheden werd geslagen.

De Spaanse mat, reaal of stuk van achten, zoals deze hier ook genoemd werd, werd naar West-Europa, doch vooral naar Azië uitgevoerd.

Zij dragen sedert ca. 1570 op de vz het wapen van Castilië-León (burchten en leeuwen) en op de kz het koninklijk wapen of de zuilen van Hercules (kolomreaal).

Lit.: Yriate Oliva, J. de / L. Lopez - Chaves Sanches, Catalogo de los reales de a ocho espanoles. Madrid 1965.

2. ook wel geschreven als matt, een aan het Tamil (mattu) ontleende term voor de aanduiding van het goudgehalte (24 karaat = 10 mat) waarmee de Europese handelscompagniën in Zuid-India gewoonlijk het gehalte van het goud in hun boeken verantwoordden (b.v. 8 ⁵/₈ mat = 0,8625).

L.