Handelingen

Mark

Uit Wiki Munten en papiergeld

mark,

1. waarschijnlijk Noordgermaanse gewichtseenheid die voor het eerst is aangetroffen in een oorkonde uit 857 van de Angelsaksische koning Aethelwulf voor de abdij van St. Denis (Frankrijk).

In de 11e eeuw verdrong de mark het pond als gewichtseenheid, in het bijzonder voor edelmetaal en munten.

De mark werd in Frankrijk en de Nederlanden gelijk gesteld aan 1/2 pond, in Duitsland en Engeland aan 2/3 pond.

Er ontwikkelden zich diverse lokale marken met onderling licht verschillende gewichten, waarvan voor ons land de belangrijkste zijn: a. de Keulse mark, in de oostelijke Nederlanden gebruikt tot in de 17e eeuw. De Keulse mark waarvan de waarde in het decimale stelsel in 1838 gesteld werd op 233,856 g, had in Duitsland in de 15e eeuw andere markgewichten verdrongen en was in 1524 als standaardgewicht opgenomen in de Reichsmünzordnungen. b. de mark Troois, ontstaan in Frankrijk en vandaar over het grootste deel van de Nederlanden verbreid.

Deze is sinds de 15 eeuw gebruikt in de muntregelingen van de Bourgondische en Habsburgse vorsten en van de Republiek tot aan de invoering van decimale gewichten (de kilogram als standaardgewicht werd in 's Rijks Munt in 1811 in gebruik genomen).

In Frankrijk is in 1795 de massa van de mark Troois vastgesteld op 244,75 g. De in de Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden gebruikte mark Troois bleek toen echter iets zwaarder te zijn, nl. 246,084 g.

Wanneer dit verschil ontstond, is niet geheel duidelijk; het bestond al in de 16e eeuw. Vandaar dat bij vermelding van gewichten van munten in Belgische en Nederlandse handboeken nog al eens kleine discrepanties voorkomen, al naar gelang de auteurs van de Franse of van de Nederlandse decimale omrekening zijn uitgegaan.

In Batavia werd dikwijls de iets zwaardere Amsterdamse mark Troois van 247,045 g gebruikt.

2. als benaming voor verschillende zilveren munten, waarvan van belang zijn:

a. de mark van de Noordduitse Hanzesteden; deze was oorspronkelijk ongeveer 3/4 taler. In het begin van de 16e eeuw zijn daar stukken geslagen van ½ mark die 14 g wogen en die zich als zelfstandige munt ontwikkelden en tot in de 19e eeuw zijn geslagen. Hiervan zijn afgeleid de mark van Denemarken- Noorwegen (Denemarken) en van Zweden.

b. de mark van de stad Aken, een veel kleinere munt van ca, 1,2 g, ingevoerd in 1577 en geslagen tot 1763 (ook veelvouden). Tot begin 19e eeuw bleef het een rekenmunt.

Aanvankelijk gingen 26 mark in een taler, tenslotte 72.

c. de mark = 100 pennia van het Russische Grootvorstendom Finland (Fins: Markka), ingevoerd in 1860. De naam van de nieuwe munt werd ontleend aan de toen in de Skandinavische landen nog gebruikelijke eenheid mark.

De mark werd door de Republiek Finland na 1918 behouden; deze mark kwam oorspronkelijk overeen met de Franse franc.

d. de mark = 100 penni van Estland werd direct van die van het naburige Finland afgeleid, maar in 1928 vervangen door de kroon. Na het uiteenvallen van de Sowjet-Unie koos het onafhankelijk geworden Estland in 1992 opnieuw voor de kroon = 100 senti.

e. de mark = 100 pfennige van het Duitse Rijk, op 4 december 1871 ingevoerd ter vervanging van de uiteenlopende eenheden van de diverse Duitse landen. Deze mark hield geen verband met de mark van de Hanzesteden, maar werd gesteld op 1/3 taler; wel nieuw was de indeling in 100 pfennige. Toen bij de verdeling van Duitsland na de Tweede Wereldoorlog de Bondsrepubliek Duitsland en de Duitse Democratische Republiek (DDR) werden gesticht, werd de mark ook van deze beide staten de munteenheid (Duitse mark). De DDR is sinds 1991 verleden tijd. In de Duitse koloniën West-Afrika en Nieuw-Guinea werd de mark eveneens als munteenheid gehanteerd.

W.



  • Deutsche Dem. Republik, 20 mark, 1969, zilver, 220e geboortejaar van Goethe.
  • Mark duitse rijk pruisen 5 mark 1888.jpg
  • Mark gewicht du fra hol.jpg
  • Markl duitse dem rep 2 mark 1968.jpg