Muziekschrift
Uit Wiki Munten en papiergeld
muziekschrift, met name de zgn. parelmuziek, werd rond 1800 gebruikt als beveiligingsmiddel tegen namaak op waardepapieren. In 1758 had Joan Michael Fleischman de parelmuziek gesneden voor drukkerij Joh. Enschedé. Daarmee kon men met losse typen alle mogelijke muziekschrift drukken volgens het beginsel van de hoogdruk. Dit procédé was echter te onhandig en te duur voor handelsdoeleinden en lag derhalve ongebruikt in de kast van Enschedé. Omdat het nooit aan andere drukkerijen was verkocht, was het dermate uniek dat het prachtig aangewend kon worden om drukwerk een eigen identiteit te geven waardoor namaak onmogelijk leek. Daarom werd het aangewend voor de recepissen van het Provinciaal Committé voor Holland in 1795, voor de nationale schuldbrieven sinds 1796 en voor kwitanties ten behoeve van de directe belastingen uit 1810. Om die reden treft men het ook aan op de oudste biljetten van de Nederlandsche Bank (roodborstjes), de Algemeene Nederlandsche Maatschappij, de Curaçaosche Bank en de West-Indische Bank, alsmede op de Nederlandse muntbiljetten 1846 en 1849 en het 19e eeuwse papiergeld van Nederlandsch-Indië.
G.