Palmtak

palmtak, evenals de lauwerkrans het zinnebeeld van de overwinning. De Griekse godin Nikè en de Romeinse godin Victoria worden afgebeeld met een palmtak of lauwerkrans (goden).

In Syracuse werd vanaf ca. 515-500 v.Chr. een tetradrachme geslagen waarop afgebeeld een vliegende Nikè met krans. Een Nikè met palmtak komt voor op een stater van Olympia (Elis), geslagen na 470 v.Chr.

Victoria met palmtak en krans staat o.a. afgebeeld op een vroege Romeinse didrachme (265-242 v.Chr.) met op de vz Roma met helm.

In de christelijke kunst werd de palmtak een attribuut van de martelaren. Tevens was het een teken van de Jeruzalemvaarders en komt het als zodanig voor op een penning van Willem van Pont, bisschop van Utrecht (1054-1076).

Op het Nederlandsch-Indische kwartje van 1826-1840 en op de halve gulden van 1826-1834 is een krans afgebeeld, gevormd uit twee palmtakken.

Muntmeester G.D. Bourgogne Herlaar heeft in Brussel van 1821 tot 1830 een palmtak als muntmeesterteken gebruikt.

Op de voor Nederlandsch-Indië en Curaçao in de Verenigde Staten geslagen munten van 1941-1945 staat op de plaats van het muntmeesterteken een palmboom; Philadelphia.

K.