Handelingen

Nieuwjaarspenning

Uit Wiki Munten en papiergeld

Nieuwjaarspenning kwartgulden 1756.jpg

nieuwjaarspenning, munt of op een munt lijkend stuk, dat aan de munthuizen verkrijgbaar was om als nieuwjaarsgeschenk te gebruiken.

In de 18e, maar waarschijnlijk ook in de 17e eeuw, werden tegen het einde van het jaar stukken geslagen, met het jaartal van het nieuwe jaar, die waarschijnlijk verkocht werden aan particulieren om ze als nieuwjaarsgeschenk aan relaties te geven.

Bij deze penningen zijn drie soorten te onderscheiden:

1. gouden en zilveren afslagen van duiten (ook wel halve en hele VOC-duiten), gouden afslagen van stuivers, dubbele stuivers, scheepjesschellingen, halve guldens, guldens en in Zeeland van 1/8 en ¼rijksdaalders;

2. gangbare munten die niet voorkomen in de rekeningen en de muntbussen en geslagen zijn in geringe aantallen, naar soms blijkt juist in december; hieronder komen voor halve guldens, guldens, scheepjesschellingen uit de tweede helft van de 18e eeuw in Utrecht, dubbele stuivers 1790-1799 van Utrecht, na 1795 geslagen dukaten en de Utrechtse stuivers van 1796 en 1799 evenals de hele en halve ducatons van 1796-1798;

3. fictieve munten; er zijn tussen 1750 en 1760 halve duiten geslagen in zilver en goud terwijl koperen halve duiten sedert het eind van de 16e eeuw niet meer waren geslagen. Ook valt hieronder de Overijsselse duit van 1770 die bijna uitsluitend in zilver is geslagen. Ook werden van 1756 tot 1759 door Gelderland, Holland, West-Friesland en Utrecht stukken geslagen die leken op de in 1692 in Holland geslagen kwart guldens, terwijl het slaan hiervan niet was toegestaan; bovendien waren gewicht, gehalte en zilverinhoud niet juist.

Om het slaan van deze fictieve munten tegen te gaan kwam er in 1760 een resolutie van de Staten-Generaal waarin het de muntmeesters verboden werd penningen te slaan die het uiterlijk van wettige munten hadden, maar dat niet waren.

De piedforts en vierkante afslagen uit de 17e eeuw waren waarschijnlijk voor een deel ook nieuwjaarspenningen.

K.

Lit.:

Wiel, A. van der, Munten als Nieuwjaarspenningen geslagen, JMP (1954) 19-26.