Indiae Batav

Indiae Batav., verkort voor Indiae Batavae, Latijn voor Nederlandsch- Indië, komt als landsnaam voor op een aantal muntsoorten die tijdens de Bataafse republiek en het Koninkrijk zijn geslagen voor de gebieden van de voormalige VOC, nl. op:

a. de zilveren scheepjesgulden met onderdelen, in 1801 te Enkhuizen geslagen;

b. de koperen duiten en halve duiten te Dordrecht en Kampen geslagen 1802-1806;

c. koperen duiten en halve duiten geslagen te Amsterdam en Utrecht in 1814-1816;

d. koperen dubbele duiten (= ½ stuiver), duiten en halve duiten geslagen te Surabaja in 1818-1826. Vanaf 1821 te Utrecht en vanaf 1833 te Surabaja werd de Latijnse tekst vervangen door het omschrift Nederlandsch-Indië.

Overigens zijn naast de bovengenoemde koperen munten nog tot 1843 duiten met het VOC-monogram aangemunt.

• 

• 

  Nederlandsch-Indië, duit, 1816, koper, 5 – ¹/₁₆ betekent: 5 van deze duiten komen overeen met ¹/₁₆ gulden (in Indië was de duit ¼ stuiver).

•