Handelingen

Filippijnen

Uit Wiki Munten en papiergeld

Filippijnen 25 piso 1974.jpg

Filippijnen, onafhankelijke republiek, bestaande uit meer dan 7000 eilanden in het zuidwesten van de Grote Oceaan. De archipel, die naar koning Philips II van Spanje "Las Felipinas" werd genoemd, werd in 1565 door de Spanjaarden veroverd en tot kolonie gemaakt.

Na afloop van de Spaans-Amerikaanse oorlog moest Spanje de Filippijnen op 10 december 1898 tegen een vergoeding van 20 miljoen dollar aan de Verenigde Staten afstaan. In 1935 kregen de Filippijnen een Commonwealth Government binnen het Amerikaanse Gemenebest.

De landsnaam, tot dan toe Filippinas, werd gewijzigd in Philippines. Eind 1941 viel de archipel in handen van Japan, die hem in naam onafhankelijk maakte. Na de herovering werden de Filippijnen op 4 juli 1946 een onafhankelijke republiek, zij het dat de Verenigde Staten een grote militaire en economische invloed bleven behouden.

Sinds 1967 is de officiële landsnaam Pilipinas.

Onder Karel III werden in 1766 voor het eerst voor de kolonie koperen quartos geslagen volgens het systeem 8 octavos = 4 quartos = 1 real en 8 reals = 1 peso, met daarop een kasteel uit het Spaanse wapen en de tekst CIUDAD DE MAN(ILA). Sinds 1771 staat op de vz het koninklijk wapen, op de kz een leeuw en het muntteken M of MA van Manila, terwijl een lands- of stadsnaam ontbreken. Ca. 1782 volgde de aanmaak van koperen octavos en ca. 1834 van koperen dubbele en viervoudige quartos. In de periode 1828-1837 werden grote hoeveelheden Spaans-Amerikaanse pesos (dollars) geklopt om ze voor de omloop op de Filippijnen geschikt te maken, eerst met de instempeling MANILA, later met de gekroonde initialen F7° (= Ferdinand VII) en Y.II (= Isabella II).

Onder Isabella II werd in 1861 het decimale stelsel ingevoerd en de muntslag uitgebreid met gouden pesos en veelvouden daarvan en met zilveren munten van 50, 20 en 10 céntimos. In 1897 werden voor handelsdoeleinden zilveren pesos geslagen.

Onder Amerikaans bewind vond in 1903 een munthervorming plaats, waarbij de munteenheid peso werd verdeeld in 100 centavos.

Tot en met 1935 stond het Amerikaanse staatswapen op de kz van de munten, van 1935-1945 het wapen van de Commonwealthstaat en nadien dat van de Republiek.

Een nieuwe munthervorming in 1967 bracht de munteenheid piso, verdeeld in 100 sentimos. De huidige muntenreeks is opgebouwd volgens het l- 2½ -5- systeem. Het land geeft ook gouden en zilveren verzamelaarsmunten uit.

De eerste bankbiljetten werden in 1852 geïntroduceerd door El Banco Español Filipino de Isabel 2a, opgevolgd door de Banco Espaiïol Filipino en de Bank of the Philippine Islands, die uiteindelijk als enige uitgevende instantie overbleef en waarvan de naam achtereenvolgens werd gewijzigd in Philippine National Bank, Central Bank of the Philippines en Bangko Sentral. Muntbiljetten (Billetes del Tesoro) werden voor het eerst uitgegeven in 1877. Tijdens de Japanse bezetting werd op naam van The Japanese Government door de bezetter papiergeld uitgegeven en verschenen er op talrijke plaatsen noodbiljetten, uitgegeven door het lokale verzet.

Lit.: Shafer, N., Philippine emergency and guerilla currency of World War II, Racine, U.S.A., 1974.

W.

Koningen:

Karel III 1764-1788

Karel IV 1788-1808

Ferdinand VII 1808-1833

Isabella II 1833-1868

Alfonso XII 1874-1885

Alfonso XIII 1886-1898