China
Uit Wiki Munten en papiergeld
China, land in Oost Azië waarvan de geschiedenis als keizerrijk ongeveer 4000 jaar heeft geduurd. De eerste historisch zekere dynastie is die der Chou (1122-255 v. Chr.), waaronder ook de eerste munten werden uitgegeven, aanvankelijk in de vorm van stukken gereedschap als messen en spaden, al spoedig verkleind tot bepaalde vaste gewichtseenheden die er met schrifttekens op werden aangegeven. De eerste ronde munten dateren uit de 7e of 6e eeuw v. Chr. De bekende bronzen cash zou vanaf 523 v. Chr. zijn gegoten en vormt een munttype dat gedurende 25 eeuwen zonder noemenswaardige veranderingen bleef circuleren, ook in een groot aangrenzend gebied, waarmee door de Chinezen handel werd gedreven. De aanmaak van deze munten vond sterk gedecentraliseerd plaats, soms in meerdere steden in een provincie. De Chinezen zijn de uitvinders van het papiergeld.
Zowel tijdens de Tang dynastie (618-906), de Sungdynastie (960-1279) als de dynastieën van de Kin Tataren (1127-1234) en Mongolen (1279-1368) werden reeksen biljetten uitgegeven. Marco Polo was de eerste westerling die dit papiergeld uitgebreid beschreef.
Het werd gemaakt van de binnenste schors van de moerbeiboom, door middel van blokdruk van opschriften en ornamenten voorzien en gezegeld met keizerlijk vermiljoen. Al in de 13e eeuw werd gebruik gemaakt van de plaatdruktechniek, zoals blijkt uit enkele in ruïnes gevonden koperplaten. Vrijwel alleen biljetten van de Ming dynastie (1368-1644) zijn in westerse collecties te vinden. Na enkele honderden jaren zonder papiergeld bracht de Manchu regering sinds 1852 weer biljetten in omloop, onder druk van financiële problemen, veroorzaakt door de Tai Ping opstand en voorafgegaan door particuliere uitgiften. Daarna is het aantal uitgevende instanties explosief gestegen. Niet alleen locale en provinciale overheden en banken, maar ook steeds meer particulieren gingen hun eigen geld uitgeven. De buitenlandse handelsbanken lieten zich hierbij evenmin onbetuigd; zo zijn er ook biljetten van de Nederlandsche Handel-Maatschappij.
Zilver werd in China in de vorm van baren als betaalmiddel gebruikt, vooral sinds de Ch'ing dynastie die in 1644 aan de macht kwam. Aan de kust werd in de 18e en 19e eeuw in toenemende mate gebruik gemaakt van buitenlandse zilveren munten, vooral van de Spaanse peso. Na enkele provinciale experimenten met zilveren munten in de tweede helft van de 19e eeuw werden onder hevige buitenlandse pressie vanaf 1889 zilveren dollars en deelstukken uitgegeven van een min of meer uniform type (de drakendollars), maar met grote variatie van provincie tot provincie. De hiervoor benodigde muntmachines werden aangevoerd uit Birmingham. De revolutie van 1911 bracht in eerste instantie weinig verandering, al werden de keizerlijke draken vervangen door de symbolen en helden van de republiek: vlaggen, generaals en presidenten.
De burgeroorlog en de Japanse bezetting veroorzaakten vanaf de jaren '30 een enorme inflatie, waardoor metalen geld buiten gebruik raakte. Pogingen om door de invoering van nieuwe papiergeldsoorten in "Customs gold units" en gouden yuan stabilisatie te bereiken, mislukten. De centrale bank gaf waarden tot 5 miljoen yuan uit. Een jaar vóór de Communisten in 1949 de definitieve overwinning op de Nationalisten behaalden werd de Volksbank opgericht, die in 1953 wel een stabilisatie wist te bereiken.
De nieuwe yuan werd gelijkgesteld aan 10.000 oude. De onderverdeling bleef in 10 chiao en 100 fen. Alle waarden werden in papier uitgegeven, in 1955 met wat aluminium kleingeld en in 1980 met circulatiemunten tot 1 yuan aangevuld.
Daarnaast worden sinds 1979 herdenkingsmunten in kleine oplagen uitgegeven. De buitenlandse toerist die China bezocht, moest in verband met de deviezenbepalingen tot ca. 1990 gebruik maken van speciaal papiergeld, de Foreign exchange certificates.
Vanaf eind jaren tachtig nam het gebruik van muntgeld weer toe en vanaf 1991 werd de yuan in grotere oplagen geslagen. Ook de productie van verzamelaarsmunten nam enorm toe. Sinds 1999 verschijnen de bankbiljetten in coupures van 5, 10, 20, 50 en 100 yuan.
Voor munten uitgegeven door de Kwomintang-republiek zie Taiwan.
A.
Lit.:
Coole, A. B., Coins in China 's history, Kansas, (USA) 1965;
Smith, W., en B. Maltravers, Chinese banknotes, Menlo Park, (USA) 1970.