Handelingen

Verminking van munten

Uit Wiki Munten en papiergeld

verminking van munten, is te splitsen in opzettelijke verminking en in verminking en slijtage door ander gebruik.

1. Opzettelijke verminking: tot de monetaire vormen van verminking kan men de kloppen beschouwen die aangebracht zijn om de waarde van de munt te veranderen. Een klop is een afdruk van een klein stempeltje op de munt. Zeer beroemd zijn de kloppen van Holland en Zeeland in 1573-1574 aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog. Al het geld in omloop moest van een klop voorzien worden en hiervoor moest belasting betaald worden die ten goede kwam aan de oorlogvoering.

Na de Belgische afscheiding in 1830 werden koperen munten geklopt met een B of een L (van Leopold) om de nieuwe situatie aan te geven.

Onder invloed van geldschaarste ging men er ook wel toe over om munten te halveren of in drieën of vieren te knippen (driekantje. In zekere zin kan men ook de vouwen en kreukels in goudstukken met een hoog gehalte tot de functionele vormen van verminking rekenen. Gouden dukaten (dukaat) en nobels van het goede gehalte kan men dubbelvouwen en dan weer terugbuigen zonder dat ze breken. Als ze wel braken zat er te weinig goud in.

Verminkingen kunnen ook uitgevoerd worden als onderdeel van een vervalsing voor verzamelaars; valsemunterij. Een van de mogelijkheden is een cijfer van het jaartal weg te vijlen en er een ander cijfer voor in de plaats te solderen om op die manier een "gewoon" jaartal te veranderen in een "zeldzaam" jaartal. Goede vervalsingen van dit soort zijn alleen te herkennen onder een goede microscoop. Hierbij is te zien dat het nieuwe cijfer niet door "vloeilijnen" met het veld verbonden is. Vloeilijnen ontstaan tijdens de vervorming van het muntplaatje onder de hoge druk, waarbij het metaal in de holte van het stempel vloeit en het reliëf ontstaat.

2. Verminking en slijtage en door ander gebruik, leidt niet tot vervalst geld, maar beïnvloedt de waarde van een munt op een negatieve manier. Een veel voorkomende verminking van een munt ontstaat, wanneer deze als sieraad gedragen wordt aan een ketting of armband. Soms is de munt aan een rand of oogje gesoldeerd, soms is de munt in een rand geklemd. Deze rand beschermt de munt wel tegen slijtage door het schuren langs kleding, maar tegelijkertijd ontstaat een karakteristiek slijtagepatroon: het centrum is in de loop van de tijd gepolijst en hoogglanzend geworden. De verzamelwaarde is daardoor sterk afgenomen.