Tsjechoslowakije
Uit Wiki Munten en papiergeld
Tsjechoslowakije (of Tsjecho-Slowakije), federale republiek in Midden-Europa, in 1918 ontstaan uit de federatie van twee deelstaten die resp. tot Oostenrijk en Hongarije behoorden, de Tsjechische Socialistische Republiek die de historische landschappen Bohemen en Moravië omvatte en de Slowaakse Socialistische Republiek. In 1993 viel het land uiteen in de republieken Tsjechië en Slowakije.
In het najaar van 1938 besloten Duitsland (Duitse Rijk), Italië, Frankrijk en Groot-Brittannië te München, dat Tsjechoslowakije Sudetenland aan het Groot-Duitse Rijk moest afstaan. Ook Hongarije en Polen kregen stroken land toegewezen. Maart 1939 werd de hulp van Hitler ingeroepen nadat de autonome regering de onafhankelijkheid had uitgeroepen. Bohemen en Moravië werden daarop door de Duitsers bezet en kregen de status van Duits protectoraat. Hongarije bezette en annexeerde de Karpaten-Oekraïne (Roethenië). Na de nederlaag van de As-mogendheden kwam Tsjechoslowakije onder Sovjet-Russische invloed. De grenzen werden grotendeels hersteld; de Sovjet-Unie behield echter Roethenië.
In 1948 kregen de communisten de macht in handen en werd het land een satellietstaat van de Sovjet-Unie. Met de grondwetswijziging van 11 juni 1960 werd de landsnaam gewijzigd in Tsjechoslowaakse Socialistische Republiek, maar bij de omwenteling eind 1989 kwam aan de hegemonie van de communistische partij een einde. De republiek werd in 1993 ontbonden.
De in 1918 gevormde republiek handhaafde de Oostenrijkse munteenheid, de koruna (mv. korun of koruny) of kroon, verdeeld in honderd haleru of heller (enkv. haler, mv. 2 t/m 4 halere, daarboven haleru). Aanvankelijk bleven de 1- en 2-kronenbiljetten van de Oostenrijks-Hongaarse Bank normaal in circulatie, maar werden de 25-, 200- en 10.000-kronenbiljetten ongeldig verklaard. De 10-, 50- en 100-kronenbiljetten werden, voorzien van een daarop geplakte postzegel, in circulatie gegeven terwijl het 1000-kronenbiljet een op een postzegel gelijkend stempel kreeg.
In april 1919 gaf de Bankovni urad ministertva financi (Bank van het Ministerie van Financiën) een serie biljetten uit van 1, 5, 10, 20, 50, 100, 500, 1000 en 5000 kronen, waarvan de uitvoering van enkele waarden in de jaren 1920-23 werd gewijzigd. In de jaren 1921-23 werd een muntenreeks opgebouwd, bestaande uit stukken van 2 halere, 5, 10, 20 en 50 haleru en 1 koruna. In 1920 werd het plan opgevat een nationale bank op te richten; na een wetswijziging in 1925 werd in 1926 de Narodna Banka Ceskoslovenska (Tsjechoslowaakse Nationale Bank) gesticht. Het gelukte deze bank een stabilisatie in het geldwezen te bewerkstelligen en de gouden standaard in te voeren.
Op naam van de bank werd 1926 begonnen een nieuwe reeks biljetten uit te geven. Het muntje van 2 halere werd 1925 voor het laatst geslagen. Het in 1938 afgescheiden Slowakije gaf van 1939-44 een eigen muntenreeks uit in de waarden 5, 10, 20 en 50 halierov, 1 koruna en 5 korun (onedele metalen) en 10, 20 en 50 korun (zilver). In 1939 werden van staatswege oude Tsjechoslowaakse biljetten van 100, 500 en 1000 korun met een rode opdruk SLOVENSKY STAT uitgegeven alsmede 1939-45 nieuwe biljetten van 5, 10 en 20 korun.
Van 1940-45 gaf de Slowaakse Nationale Bank (Slovenska Narodna Banka) papiergeld uit in de waarden 50, 100, 500, 1000 en 5000 korun. Na de hereniging werden in 1945 door de republiek Tsjechoslowakije alle in omloop zijnde bankbiljetten ongeldig verklaard. In plaats daarvan werden 100-, 500- en 1000-kronenbiljetten van Slowakije, voorzien van een opgeplakte postzegel, gebruikt. Ook van de in 1944 door de Sovjet-Unie geleverde biljetten van 1, 5, 20, 100, 500 en 1000 kronen mochten alleen de drie hoogste waarden met een opgeplakte postzegel circuleren.
De volgende emissie 500-, 1000- en 5000-kronenbiljetten stond weer op naam van de Narodna Banka Ceskoslovenska. In de jaren 1946-47 werden nieuwe circulatiemunten van 20 en 50 haleru en 1 en 2 korun uitgegeven. Na de munthervorming van 1953 werd de reeks aangevuld met munten van 1, 3, 5 en 10 haleru, terwijl de 20-haleru werd vervangen door een munt van 25 haleru. Van 1965-1972 zijn ook 3-kronenstukken in omloop geweest. De naam van de Nationale Bank werd in 1953 gewijzigd in Statui BankaCeskoslovenska, die verantwoordelijk was voor de uitgifte van alle waarden boven 5 kronen; de lagere waarden werden van regeringswege uitgegeven en in 1973 uit de circulatie genomen.
Tsjechoslowakije heeft vanaf 1928 een grote reeks zilveren herdenkingsmunten van 10-500 kronen uitgegeven alsmede vanaf 1923 gouden handelsmunten van 1-10 dukaten.
W.
Lit.:
Bajer, J., Czechoslovak Paper Money 1919-1993, Praag 1999.