Muntsoort

muntsoort, aanduiding voor een groep van munten met dezelfde muntnaam die door de muntheer als onderling verwisselbaar bedoeld zijn. Deze munten kunnen onderling (kleine) verschillen vertonen in gewicht, gehalte, afmeting en/of beeldenaar waardoor een muntsoort onderverdeeld kan worden in verschillende munttypen. Het begrip muntsoort wordt soms ruim geformuleerd: de gouden rijder van de Republiek werd in 1606 ingevoerd als een met de hamer geslagen munt van 10,00 gram, een gehalte van 0,920 en een diameter van 36 mm, ruim een eeuw later werd hij in 1749 onder dezelfde naam weer ingevoerd als een dikkere, machinaal vervaardigde munt met een gemoderniseerde beeldenaar. In dit geval zijn alleen gewicht en gehalte hetzelfde gebleven. Bij moderne munten, behorend tot het fiduciaire geld, kunnen gewicht en gehalte ook gewijzigd worden en wordt het begrip muntsoort nog ruimer gehanteerd en komt het overeen met het begrip denominatie. Zo behoren tot de muntsoort gulden (in Nederland) bijvoorbeeld alle munten van 100 cent, onderverdeeld in typen en spreekt men van een "gulden van Wilhelmina van het vierde type". Vergelijking met de gulden van Wilhelmina van het derde type leert dat beide verschillen in beeldenaar en gehalte, alleen de diameter en het gewicht zijn hetzelfde.