Handelingen

Mohur

Uit Wiki Munten en papiergeld

Mohur india 1604 .jpg

mohur, een tijdens het bewind van de groot-mogol Mohammed Akbar (1556-1605) (Mogols) geïntroduceerde benaming voor een gouden munt gebaseerd op de traditionele gouden tanka-standaard (ca. 10.9 g) zoals deze reeds onder het bewind van de Sultans van Delhi werd geslagen.

De mohur, van het Perzisch "mihr" = (metalen) zegel, werd ook veelvuldig aangeduid als ashrafi (Arabisch voor nobel). Van de mohur zijn zowel fractionele denominaties tot 1 / 32 mohur, alsmede veelvouden tot 1000 mohur (11936 g) geslagen. Na 1577 werd er naast de standaard-mohur van 9 roepies, ook een zware mohur van 10 roepies (12,0 - 12,1 g) geslagen.

Tijdens het bewind van Mohammed Akbar en Jehangir (1605-1627) werden mohurs zowel in vierkante als ronde uitvoering geslagen.

Tijdens de eerste jaren van de regering van Jehangir werd het gewicht met 20% verhoogd (12,9-13,1 g). In het 4e regeringsjaar werd het opnieuw verhoogd tot ca. 13,55-13,75 g. Na het 6e regeringsjaar, onder druk van de kooplieden, viel men terug op de oorspronkelijke standaard van ca. 10,9 g. Deze standaard bleef gehandhaafd tot het einde van het Mogolbestuur (1857).

De Engelse East India Company sloeg reeds in 1692 mohurs volgens het gangbare Mogol-type en op naam van de regerende Mogolkeizer. In 1765 en 1770 werden te Bombay mohurs geslagen volgens Europees model die gelijk waren aan 15 roepies. Van 1835 tot 1918 zijn door het Engelse bewind in India regelmatig mohurs en onderdelen hiervan geslagen met de beeltenis van de Engelse vorst of vorstin.

Bij de desintegratie van het Mogolrijk werd door veel lokale vorsten het muntrecht opgeëist of usurpeerden zij dit recht en continueerden ze het onder de Mogols gangbare muntstelsel waaronder de gouden mohur. De gouden halve ropijen die tijdens die tijdens het Britse bestuur op Java werden geslagen werden door de Britten vaak aangeduid als halve mohur ([[Javase ropij).

L.