Zutphen
Uit Wiki Munten en papiergeld
Zutphen,
1. Graafschap
Het graafschap Zutphen is ontstaan rond het jaar 1100 met de gelijknamige stad als hoofdplaats, mogelijk is het voortgekomen uit het graafschap Hamaland (Adela, Wichman III). Er is mogelijk aangemunt door Otto III van Zutphen ( -1113). Het graafschap Zutphen kwam door erfenis aan Hendrik I van Gelre (ca. 1120-1182). Hiermee werd het graafschap een onderdeel van Gelderland (Gelderland, landsheerlijke periode) en werd de stad Zutphen een van de vier Gelderse hoofdsteden. In de titulatuur van de graven, later hertogen van Gelderland is Zutphen bijna altijd, ook op de munten, afzonderlijk vermeld geweest als D G C Z (of als DG (&) CZ).
De Gelderse graven Hendrik I en zijn zoon Otto I (1182-1207) hebben te Zutphen aangemunt volgens Utrechtse muntvoet. Daarna is er een Gelders munthuis te Zutphen geweest in 1499 en 1582-1583. Tijdens het beleg van Zutphen door de Staatse troepen heeft het Spaanse garnizoen in 1586 tinnen noodmunten (noodgeld) van 3 stuivers geslagen.
2. Stedelijke muntslag
Gedurende vier korte perioden is er stedelijke muntslag geweest te Zutphen: ca. 1478-1480, 1582-1583, 1604-1605 en 1686-1692; stedelijke munten. Alleen in de laatste periode was er sprake van een enigszins omvangrijke productie, waarvan aanvankelijk alleen de guldens en daarna de leeuwendaalders, maar vooral de schellingen in aanzienlijke aantallen zijn geslagen. De totale geregistreerde oplage van de schellingen, geslagen 1688-1691 bedroeg ruim 1,1 miljoen stuks. De meeste van deze munten dragen het stadswapen van Zutphen, soms gecombineerd met het Gelderse wapen.
Wapen Zutphen: doorsneden, boven in blauw een gekroonde, klimmende gouden leeuw (= Gelderse leeuw), onder in zilver een rood ankerkruis (het handelsmerk van de stad). Het wapen wordt gedekt door een kroon met vijf fleurons, met twee gekroonde klimmende leeuwen als schildhouders.
Zie voor de overige muntplaatsen in de Nederlanden de lijst muntplaatsen.
Lit.:
Beek, E.J.A. van, en J. Fortuyn Droogleever, Geslagen te Zutphen, Zutphen 1990;
Schulman, M., De munten met het opschrift TRAIECTUM etc, JMP (1940)65-70.