Handelingen

Verzamelgebied

Uit Wiki Munten en papiergeld

Versie door (gebruikersnaam verwijderd) op 15 jan 2017 om 23:21
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

verzamelgebied,


1. inleiding


Wat men wil verzamelen zal elke verzamelaar zelf moeten bepalen. Een belangrijk

aspect van het verzamelen is echter het ordenen van de collectie volgens een bepaald

principe om daarmee het verzamelgebied af te bakenen. Om dat te bereiken zal men zich moeten beperken om een mooie, afgeronde en samenhangende verzameling te kunnen opbouwen. Niet elke verzamelaar heeft evenveel behoefte aan een strak ordeningsprincipe. De onderstaande suggesties zijn dan ook alleen bedoeld om een aantal mogelijkheden te noemen.


2. afbakenen?


Het is niet meteen nodig om al in het begin het verzamelgebied scherp af te bakenen;

zeker als men heel jong begint is het verstandig om alles wat door krijgen en

ruilen verkregen kan worden, goed op te bergen en overzichtelijk te rangschikken.

Zolang er geen grote geldbedragen mee gemoeid zijn is "alles" verzamelen alleen

maar nuttig, omdat het later mogelijk ideeën oplevert voor het centrale thema van de

verzameling. Er zijn genoeg bronnen voorhanden voor de verzameling: geld dat mee

teruggekomen is van een vakantie, een oude portemonnee van opa of oma, postzegels

ruilen tegen munten, de sportmedailles van de familie enz.


Bij jonge verzamelaars kan dan in de loop van de jaren soms vanzelf de belangstelling

in een bepaalde richting getrokken worden, waardoor dat centrale thema waar

omheen verzameld wordt, langzaam zichtbaar wordt.


Iemand die vanaf het begin zijn of haar verzameling opbouwt door munten of papiergeld

te kopen, zal voorzichtiger moeten zijn, omdat het lang niet altijd zeker is

dat een eenmaal ingekocht exemplaar ook weer gemakkelijk verkoopbaar is. De

prijs die men voor een munt of bankbiljet betaalt, is niet alleen opgebouwd uit de

handelswaarde van het object, maar ook uit een vergoeding voor de activiteiten van

de handelaar: bemiddeling tussen koper en verkoper, voorraad- en administratiekosten,

winst, enz. Een minder geslaagde aankoop kan erg leerzaam werken en is

daarom nog niet zo'n ramp, maar een "fout" gekochte collectie kan het einde van het

verzamelplezier betekenen.

Er is geen principieel verschil in het verzamelen van metalen geld (munten) en papiergeld.

De meeste opmerkingen gelden zowel voor munten als voor alle vormen

van papiergeld.


3. Hoe komt men aan een centraal thema?


Binnen de numismatiek zijn zoveel thema's mogelijk en zoveel manieren om een verzameling te ordenen, dat iedere verzamelaar een geheel unieke collectie kan opbouwen. Er zijn wel enkele algemene regels te geven hoe binnen een eigen gekozen thema gewerkt kan worden:


- vindt u het gekochte voorwerp echt mooi? Zo niet, is het dan toch interessant genoeg om aan te schaffen?


- kunt u beargumenteren waarom het nieuwe stuk in uw verzameling past?


Er zijn verschillende criteria om tot een verzamelthema te komen. De onderstaande

opsomming is verre van uitputtend, maar meer bedoeld om enig idee te geven.


a. Geografisch


a.1. per land, bijvoorbeeld alle munten/biljetten van Nederland of van België.


a.2. per zelf gekozen gebied, bijvoorbeeld alle munten die in het voormalige hertogdom Brabant geslagen zijn (hiermee overschrijden we de huidige landsgrenzen), of alle munten/biljetten die in Brussel (of in uw eigen woonplaats) vervaardigd zijn. Zo is het bijvoorbeeld heel goed mogelijk om alle biljetten die in Frankrijk gedrukt zijn, te verzamelen (Frankrijk, huidige en voormalige koloniën, enz. omdat deze opvallen door een gemeenschappelijke stijl en papiersoort).


a.3. per politieke eenheid,

bijvoorbeeld de munten van de Nederlanden onder de Bourgondische hertogen, of van de voormalige Spaanse kolonies in Zuid Amerika.


a.4. op basis van de circulatie,

bijvoorbeeld alle munten die in Amsterdam in het betalingsverkeer gebruikt zijn (bekend uit vondsten, tarieflijsten enz.) of al het kleingeld dat in de vorige eeuw in de huidige Nederlandse provincie Limburg circuleerde.


b. Gerangschikt naar de tijd


b.1. zonder geografische beperking, bijvoorbeeld alle biljetten (of munten) van de hele wereld vanaf 1980.


b.2. met een geografische beperking, bijvoorbeeld alle munten die in Nederland in omloop waren in 1940.


b.3. per historische eenheid, bijvoorbeeld alle munten van de Napoleontische tijd (deze munten zijn geslagen in Frankrijk, Nederland, Italië, Duitsland, Spanje).


b4. per historische eenheid per gebied, bijvoorbeeld alle feodale munten uit de Nederlanden op naam van de Duitse keizers.


c. Geldstelsel


c.1. Denominaties (muntwaarden), bijvoorbeeld van elk land de huidige serie denominaties

in de circulatie of de scheiding tussen munten en bankbiljetten: hoogste muntwaarde en kleinste coupure van bankbiljetten. Voor het eurogebied gaat het dan om de munt van 2 euro en het biljet van 5 euro


c.2. Tientallig stelsel, bijvoorbeeld van alle landen (of alleen Europa) de eerste reeks

denominaties in het tientallig stelsel (Engeland pas in 1971).


d. Techniek


d.1. Munten: met de hand geslagen, machinaal geslagen, gegoten, enz.


d.2. Papiergeld: druktechnieken, watermerken enz.


e. Materiaal


e.1. Muntmetaal, bijvoorbeeld alle munten van aluminium.


e.2. Papiersoorten, inktsoorten.


f. Vorm


f.1. Bijvoorbeeld alle munten die niet rond zijn, een uitsparing hebben of dikker zijn dan gebruikelijk is.


f.2. Afmetingen bankbiljetten, liggend en staand formaat enz.

De laatste drie criteria zijn minder gelukkig, omdat daarmee niet gemakkelijk duidelijk wordt waarom een land die betreffende keuze gemaakt heeft. Er zullen dan andere munten of bankbiljetten omheen verzameld moeten worden om uit te kunnen leggen waarom men overging tot een andere vorm, een ander materiaal of een andere techniek.


Er zijn nog vele andere thema's mogelijk zoals het echte "thema verzamelen":


g. Thema


g.1. Portretten op munten en bankbiljetten waarbij gelet wordt op stijlkenmerken, manier waarop het portret het vlak vult enz.


g.2. Natuurgetrouwe afbeeldingen van dieren of planten. Deze zijn op een biologische manier te rangschikken.


g.3. Sport op munten en bankbiljetten.


g.4. Architectuur, schepen.


g.5. Munten en bankbiljetten als propagandamiddel enz.


h. Stijlkenmerken

Bijvoorbeeld de invloed van de Jugendstil of Art Nouveau; de belettering op munten en bankbiljetten enz. enz.


Jaartalverzameling - typeverzameling


Deze twee termen zijn bijna klassieke aanduidingen voor een bepaalde manier van verzamelen. Bij een jaartalverzameling probeert men van elke muntsoort binnen het verzamelgebied alle voorkomende jaartallen te verzamelen. Dit betekent bijvoorbeeld voor de kwartjes van koningin Wilhelmina (1898-1948) dat er naar gestreefd moet worden om ongeveer 35 verschillende jaartallen in de verzameling op te nemen. Jaartalverzamelingen komen alleen bij moderne munten voor, omdat het in de Nederlanden pas in de zeventiende eeuw algemeen gebruikelijk werd om jaartallen op de munten te vermelden.


Bij een typeverzameling gaat men anders te werk. Elke verandering van het uiterlijk (jaartal niet meegerekend) of van de metaalsoort leidt tot een nieuw type. Het aantal kwartjes van Wilhelmina wordt op die manier teruggebracht tot negen types met in het totaal vijf zeer verschillende portretten.


Bij papiergeld ligt de zaak anders, omdat daar soms alleen de emissiedatum (meestal de datum van het besluit van uitgifte) op het biljet vermeld staat, of de datum van het drukken van het biljet.


Zie verder: verzamelen, verzamelen, korte geschiedenis, verzamelen, praktische tips, verzamelaar en verzamelaarsmunten.