Leeuwendaalder
Uit Wiki Munten en papiergeld
leeuwendaalder, zilveren daalder met de Hollandse leeuw, ingevoerd door Holland tijdens de opstand tegen Philips II in 1575 als provinciale daalder op een gewicht van 27,68 g en een zilvergehalte van 0,750. De koers werd bij uitgifte gesteld op 32 stuiver, drie stuiver boven de intrinsieke waarde. Deze "reserve" kwam ten goede aan de oorlogsfinanciering tegen Philips II.
Op vz een staande ridder met Hollands wapenschild voor zich, op kz de Hollandse leeuw binnen het omschrift CONFIDENS NON MOVETVR (Latijnse spreuken). Geslagen door Holland 1575-1606 en nagevolgd door alle gewesten behalve Groningen en door de stad Kampen van 1585-1606, meestal onder vermelding van de Hollandse muntvoet in het omschrift: AD VALOREM HOLLANDIAE. Bij de niet-Hollandse exemplaren is het Hollandse wapenschild op vz soms vervangen door een eigen wapen. Een enkele maal treft men afwijkingen aan bij de grote leeuw (Zeeland, Zwolle) of het omschrift (Deventer, Zwolle) op kz.
Bij ordonnantie van 21 maart 1606 werd de leeuwendaalder door de Staten-Generaal opgenomen onder de generaliteitsmunten en onder handhaving van het provinciale type gemunt door alle provinciën behalve Groningen van 1606-1713 en door alle steden behalve Groningen van 1633-1692. De koers bedroeg in 1606 38 stuiver, later 40 stuiver en na 1659 42 stuiver. In de 17e eeuw functioneerde de leeuwendaalder als handelsmunt en vond aanmunting voornamelijk plaats voor uitvoer naar de Levant waar de Arabieren hem aboe kelp noemden.
Ook circuleerde hij in Rusland waar hij levok werd genoemd. Hij werd soms ook in het buitenland geïmiteerd, o.a. door Emden, Brandenburg, Denemarken en enkele Italiaanse vorstendommen, evenwel met een ontoereikend zilvergehalte, waardoor de leeuwendaalder op den duur als handelsmunt werd verdreven door de Maria Theresia-daalder.
G.
Lit.: Wilde, J. de, Leeuwendaalders in New York, Amsterdam en Istanbul, De Beeldenaar 40 (2016) 1, p. 11-14.