Belgische Congo
Uit Wiki Munten en papiergeld
Belgische Congo, voormalige Belgische kolonie, vanaf 1965 was de naam Zaïre en sinds1997 de Democratische Republiek Congo, gelegen in Midden-Afrika met als hoofdstad Kinshasa. Vaak wordt de republiek aan geduid als Congo Kinshasa ter onderscheid van het buurland Congo Brazzaville. De monding van de rivier de Congo werd in 1482 door de Portugezen ontdekt, maar het binnenland werd pas in de 19e eeuw door Europeanen verkend. De Belgische belangstelling voor de Congo werd gestimuleerd door Leopold II (1865-1909) die in 1876 een conferentie bijeenriep, waaruit de Internationale Afrikaanse Vereniging voortkwam, met Leopold als voorzitter.
In 1885 werd de onafhankelijke Congo Vrijstaat (Etat Indépendant du Congo) gesticht als persoonlijk eigendom van Leopold en als zodanig door de grote mogendheden erkend. In 1908 nam de Belgische staat de macht over en was de Congo tot 1960 een Belgische kolonie.
Voor 1885 werd er nauwelijks gemunt geld gebruikt. De zeer beperkte circulatie bestond uit diverse vormen van primitief geld, zoals schelpengeld en de zogenaamde Katanga-kruizen Katanga-kruis. Daarnaast waren er Portugese stukken in omloop, onder andere aangevuld met de Maria Theresia-daalder, ook talaris genoemd, die in 1887 tegen een vaste koers van drie frank in de openbare kassen aangenomen werd.
In 1887 werd de frank officieel als munteenheid ingevoerd, waarbij het Belgische monetaire systeem bijna geheel werd overgenomen. Er kwamen zilveren munten van 5 tot 1/2 frank als in België. De kleinere munten werden echter geheel in koper uitgevoerd met een rond gat in het midden, wat waarschijnlijk goed aansloot bij de inheemse traditie.
In 1906 werden de grote koperstukken van 10 en 5 centiemen vervangen door kleinere munten van hetzelfde type in koper-nikkel, die echter nauwelijks in de omloop zijn terechtgekomen.
Alle munten werden in Brussel geslagen. Alleen in 1918-1919 en 1921 werden enkele partijen van 10 en 5 centiemen in Birmingham geslagen.
Na de overname door België in 1908 werd in de Congo Belgisch zilvergeld in omloop gebracht. De eigen pasmunt, nu met de naam Belgisch-Congo, bleef echter in gebruik.
Na de ontwaarding van de Belgische frank door de Eerste Wereldoorlog, verdween het zilver uit de omloop en werden Congolese munten van 1 frank en 50 centiemen in koper-nikkel uitgebracht.
In 1936 droeg de staat de muntuitgifte over aan de Bank van Belgisch Congo, die tijdens de Tweede Wereldoorlog in 1943 de zeshoekige stukken van 2 frank met het foutieve omschrift BELGISH in Philadelphia (USA) heeft laten slaan. In 1944 werd de productie overgebracht naar Pretoria (Zuid- Afrika). Na de Tweede Wereldoorlog zijn er nog tot in 1949 messing stukken van 1, 2 en 5 frank verschenen, die eveneens in Pretoria geslagen zijn. Daarna werden er van 1952-1960 te Brussel munten geslagen voor de Belgische Congo en Ruanda-Urundi gezamenlijk: eerst messing stukken van 5 frank (1952) en vanaf 1954 aluminium munten van 5 en 1 frank en van 50 centiemen.
Het eerste papiergeld werd in 1896 door de staat uitgegeven. Deze biljetten van 10 en 100 frank hebben in 1914 tijdens de Eerste Wereldoorlog ook in Antwerpen gecirculeerd.
Na de overname van de Congo door de Belgische staat werd in 1909 de Bank van Belgisch Congo opgericht, waarvan de naam in 1952 werd gewijzigd in Centrale Bank van Belgisch Congo en Ruanda- Urundi. Deze bank heeft van 1912 tot aan de onafhankelijkheid in 1960 biljetten uitgegeven.
Lit.: Dupriez, Ch., Monnaies et essais monétaires du royaume de Belgique et du Congo Beige, Brussel 1949, Mahieu, A., Numismatique du Congo, RBN (1923) 13-48 en 173-202.