Handelingen

Selwerd

Uit Wiki Munten en papiergeld

Selwerd halve groot ca 1330.jpg

Selwerd, Groningse muntplaats, thans deel van de stad Groningen. Van ca. 1310 tot ca. 1350 zijn door heren van Selwerd, erfelijk prefect van de Utrechtse bisschoppen te Groningen, zilveren halve ruitergroten naar Henegouws voorbeeld (baudekin) en halve groten met de leeuw naar Vlaams voorbeeld geslagen, met als plaatsaanduiding Selwerd.

De rechten van de heren van Selwerd gingen over op de heren van Coevorden. Reinald van Coevorden (1376-1390) heeft te Groningen een leeuwengroot, weer naar Vlaams voorbeeld, laten slaan, vermoedelijk in zijn hoedanigheid van voogd over zijn minderjarige neef Hendrik van Coevorden, heer van Selwerd en aldus rechthebbend op de prefectuur over Groningen.

Adolf van Gronebeke heeft als pretendent in 1356-1357 op eigen naam aangemunt te Selwerd. Mogelijk is ook de halve tourse groot (groot Tournoois) met in het omschrift MONETA WOVLSV geslagen door de heren van Selwerd.


Zie voor de overige muntplaatsen in de Nederlanden de lijst muntplaatsen.

J.S.


Lit.:


Feith, J.A., Rijder- en leeuwengrooten van Koevorden en Selwerd, TMP (1893) 142-159;


Henzen, G., Catalogus 127 (2002), nr. 12.


Puister, A.T., Munten der Oost-Nederlandse heerlijkheden (1), De Florijn (1972) 15-16.