Handelingen

Romeinse cijfers

Uit Wiki Munten en papiergeld

Romeinse cijfers op friesland kwart florijn 1684.jpg

Romeinse cijfers, door de Romeinen ingevoerde en ook thans nog wel gebruikte symbolen voor het weergeven van getallen. Voor de getallen 1, 5, 10, 50, 100, 500 en 1000 worden respectievelijk de lettertekens I, V, X, L, C, D en M gebruikt, zowel in schrijfletters als in kapitalen.

De andere natuurlijke getallen worden gevormd door combinaties van deze tekens, waarbij van links naar rechts lezende de (gelijke of lagere) waarde van het eerstvolgende symbool wordt opgeteld bij de som van de waarden van de voorgaande symbolen, tenzij het eerstvolgende symbool een hogere waarde heeft dan het voorgaande.

In dat geval wordt de waarde van dat symbool afgetrokken van het erop volgende symbool en het resultaat hiervan opgeteld bij de eerder verkregen som. Voorbeeld: MCMXCIV = 1000 + (1000-100) + (100-10) + (5-1) =1994.

Men schrijft meestal niet meer dan drie gelijke symbolen achter elkaar; voor 40 schrijft men in plaats van XXXX (10+10+10+10), XL (50-10). Aanvankelijk schreef men IIII en VIIII in plaats van IV en IX.

Romeinse cijfers komt men zowel in archivalia als op munten en penningen tegen voor o.a. het aangeven van jaartallen (soms in combinatie met Arabische cijfers), waardeaanduidingen of rangnummers (bijv. van vorsten, jubilea, legioenen, enz.).

Tegenwoordig worden ze nog gebruikt bij rangnummers van vorsten (verplicht), nummering van hoofdstukken (facultatief), in monumentale opschriften, enzovoort.

W.