Peerdeke

peerdeke, zilveren munt ter waarde van ¼ snaphaan of 1½ Gelderse stuiver, ingevoerd in 1530 door de Gelderse hertog Karel van Egmond (1492-1538), met een gewicht van 3,076 g en een gehalte van 0,417. Op de vz staat een afbeelding van de hertog te paard, in tournooikleed en met geheven zwaard, op de kz staat het Gelderse wapen op een lang gevoet kruis.

Aanvankelijk met afwijkende gewichten en gehaltes nageslagen door Nijmegen (na 1530) en Bergh, graaf Willem IV (1546-1586), later nagevolgd door Zutphen (emissie 1582-1583), Roermond (emissies 1593-1595, 1605, 1612 en 1617), Rekem, graaf Ernst d'Aspremont Lijnden (1603-1636), Stevensweert, mogelijk door Hendrik van den Bergh (1616-1626?) en waarschijnlijk door Herman Frederik (16267-1631) en Overijssel (tussen 1607 en 1611).

Nijmegen heeft haar peerdekens, volgens raadsbesluit van 16 januari 1584, geklopt om hun waarde te bevestigen en om ze te onderscheiden van elders geslagen minderwaardige exemplaren (klop A 16).

W.

Lit.:

Meyer, N.J.E. de, Le monnayage communal de Ruremunde, JMP (1960) 19-58; Wiel, A. van der, Het peerdeken, JMP (1957) 28-33.

• 

•