Handelingen

Muntwals

Uit Wiki Munten en papiergeld

muntwals, apparaat waarmee munten geperst worden tussen twee tegen elkaar in draaiende stalen rollen waarin de stempels van vz. en kz. gegraveerd zijn. Na het persen moeten de munten nog uit de doorgevoerde metaalreep geponst worden. De muntwals is in de 16e eeuw uitgevonden, waarschijnlijk in Oostenrijk. Voor 1600 werd hij al toegepast in Zuid-Duitsland en Spanje en kort daarna in Engeland.

Toepassingen in de Nederlanden zijn niet bekend. De muntwals kwam in gebruik toen men pletmolens ontwikkeld had die de tinnen op de juiste dikte konden brengen. De techniek van het muntwalsen had vele bezwaren: het is moeilijk de twee walsrollen voor vóór- en keerzijde precies op de juiste plaats tegenover elkaar te brengen en te houden. Als dit niet lukt zijn alle voor- en keerzijden ten opzichte van elkaar verschoven en dus onbruikbaar. Na het walsen moeten de gestempelde munten uitgeknipt of geponst worden. Indien ze dan niet op het juiste gewicht zijn, is correctie alleen mogelijk bij munten die te zwaar zijn. Bij te zware munten moet het wegslijpen van metaal aan het gereedgekomen product plaatsvinden, zodat beschadiging optreedt. Ook het harden van een gegraveerde walsrol is riskant: als een hardingsscheur optreedt, is de gehele wals onbruikbaar geworden. Munten gemaakt met de muntwals, maar ook met het taswerk, zijn te herkennen doordat ze vaak krom zijn. Begin 19e eeuw raakte de muntwals in onbruik, waarschijnlijk door de opkomst van de kniehefboompers van Uhlhorn.

K.