Handelingen

Markgraaf

Uit Wiki Munten en papiergeld

markgraaf, (Lat. marchio, marchisus).

Oorspronkelijk een graaf, wiens gebied aan de grens van het Rijk (van Karel de Grote, later het Duitse rijk) lag. Zijn militaire taak was aldus zwaarder en zijn zelfstandigheid dientengevolge groter dan die van een "gewone" graaf of zelfs een hertog.

In latere tijden is markgraaf louter een adellijke titel geworden (in de vorm van markies).

In de Nederlanden vormden Namen en Antwerpen (dat aan de westgrens van het Duitse Rijk lag) een markgraafschap.

Op uit Namen afkomstige munten komt vanaf de twaalfde eeuw de titel marchio voor. Gwijde van Dampierre, die behalve graaf van Vlaanderen (1263-1297) ook markgraaf van Namen was, voerde op zijn Vlaamse en Naamse munten deze beide titels. Later hebben de heersers over Namen zich graaf genoemd.

Het markgraafschap Antwerpen kwam in 1008 aan Brabant. De hertogen - en later hun Habsburgse opvolgers - voerden steeds de titel Markgraaf van het Heilige Roomse Rijk, wat echter zelden op munten voorkomt.

J.S.