Handelingen

Kloppen

Uit Wiki Munten en papiergeld

kloppen, de catalogus

Indeling

De catalogus bevat kloppen, die in een zevental categorieën zijn ondergebracht; de catalogus is verdeeld in de volgende delen:

kloppen deel A: Door Noord- of Zuid-Nederlandse overheden om monetaire redenen aangebrachte kloppen;

kloppen deel B: Door overheden in de Nederlandse gebiedsdelen in Zuidoost- Azië om monetaire redenen aangebrachte kloppen;

kloppen deel C: Door overheden in de Nederlandse gebiedsdelen in West-lndië om monetaire redenen aangebrachte kloppen;

kloppen deel D: Door buitenlandse overheden op Noord- en Zuid-Nederlandse munten om monetaire redenen aangebrachte kloppen;

kloppen deel E: Door niet-overheden in binnen- en buitenland om niet-monetaire redenen op Noord- en Zuid-Nederlandse munten aangebrachte kloppen;

kloppen deel F: Door Nederlandse en Belgische overheidsorganen om niet-monetaire redenen aangebrachte kloppen;

kloppen deel G: Kloppen aangetroffen op Noord- en Zuid-Nederlandse munten waarvan herkomst en betekenis niet zijn opgehelderd.

Daar de voor een klop verantwoordelijke dikwijls onbekend is, bestaat de mogelijkheid, dat een klop die in een bepaald catalogusdeel is ondergebracht, eigenlijk in één van de andere delen thuishoort of andersom.

Zo komt de klop "sierlijke letter L" (klop G 2) op centen van Willem I wel in Belgische prijscatalogi voor, waarmee wordt gesuggereerd, dat de klop door een Belgische overheid is geplaatst en regelmatig in de handel voorkomt (dit laatste is zeker niet het geval). Op grond daarvan zou opname in deel A aanvaardbaar lijken.

De klop "hoofdletter B binnen een parelrand" (klop G 1) zoeken we echter tevergeefs in Belgische prijscatalogi, waardoor het lijkt, alsof de klop niet van een Belgische overheid is, kennelijk om politiek-propagandistische redenen is aangebracht en sporadisch in de handel opduikt.

Van beide kloppen ontbreken officiële gegevens en zijn ons de redenen en de voor plaatsing verantwoordelijken niet bekend. Het is daarom een raadsel, waarom ze ooit zo verschillend zijn beoordeeld, dat de één wel en de ander niet in de prijscatalogi is opgenomen. Hier zijn ze in deel G ondergebracht; indien ooit nog eens gegevens boven water komen, die wijzen op een verantwoordelijke overheid in België, dan kunnen ze naar deel A verhuizen.

Als de voor een klop verantwoordelijke overheid onbekend is, is dit in het hoofd aangegeven met "Onbekende overheid", waar mogelijk aangevuld met een globale gebiedsomschrijving, b.v. "in het Nederrijngebied" (klop A 34). De catalogus is niet uitputtend; nieuwe ontdekkingen en toeschrijvingen blijven mogelijk zolang er nog zoveel gegevens ontbreken. Voorts kunnen zich in particuliere en openbare verzamelingen nog ongepubliceerde kloppen bevinden.

Onderzoek hiernaar zou niet alleen zeer tijdrovend zijn, maar ten aanzien van de delen A t/m C op dit moment vermoedelijk nauwelijks aanvullingen opleveren.


Datering

Onder "Datering" staat het besluit om te kloppen vermeld of, indien dit niet is teruggevonden, een globale periode waarin geklopt kan zijn.


Muntsoort

Onder "Aangetroffen op" zijn niet alleen die muntsoorten opgenomen, waarvoor de klop volgens de officiële stukken was bedoeld, maar ook de muntsoorten die daarin niet met name worden genoemd. Dit is zoals we zagen bij klop A 9, Groningen (stad), en klop A 16, Nijmegen, het geval. Als uitsluitend geklopte muntsoorten worden aangetroffen, die overeenkomen met het besluit, leest men "Bedoeld voor".

Van de buitenlandse officiële kloppen zijn alleen diegene vermeld, die op Noord- of Zuid-Nederlandse of Nederlands-koloniale munten zijn aangetroffen. Voorts is volstaan alleen de Noord- en Zuid-Nederlandse muntsoorten te vermelden waarop die buitenlandse kloppen zijn aangetroffen, voor zover ons bekend.


Monetair effect

Het monetair effect kan tweeërlei zijn:

1. geklopte munten zijn geldig, andere niet (soms andersom);

2. geklopte munten hebben een waarde X, ongeklopte een waarde Y (X meestal hoger dan Y).

Zeker waar officiële schriftelijke bronnen ontbreken, is het vaak moeilijk precies aan te geven wat de monetaire effecten van het kloppen zijn geweest. Waar het monetaire effect onzeker is, moest volstaan worden met "Onbekend, in ieder geval geldig verklaren".


Literatuuroverzicht

Voor de overzichtelijkheid van de literatuurverwijzingen is een aparte literatuurlijst opgenomen. Dit bood het voordeel, dat bij meerdere verwijzingen naar eenzelfde bron volstaan kon worden met de naam van de auteur, waar nodig aangevuld met een paginanummer.

Het literatuuroverzicht biedt bovendien toegang tot de vele monografieen die over kloppen zijn verschenen en waarin men (soms) meer bijzonderheden erover kan vinden.


Afbeeldingen

Zowel in de inleiding als in de fotobijlage is een groot aantal geklopte munten afgebeeld. Om praktische redenen is er echter niet naar gestreefd van elke klop een foto te plaatsen. In de praktijk blijkt men gemakkelijker met behulp van tekeningen de kloppen op te kunnen zoeken.

De zoektabel met naar onderwerpen gerubriceerde getekende kloppen moet het opzoeken van een klop vergemakkelijken. Omdat in enkele gevallen niet beschikt kon worden over relevant fotomateriaal of geklopte munten, moest noodgedwongen van een tekening worden afgezien. In de zoektabel is dit aangegeven.

De delen van een klop die verhoogd zijn, zijn zwart getekend, de verlaagde delen wit. Mocht een klop incuse zijn, dan zijn slechts de contouren door dunne lijnen weergegeven.


Slot

Veel dank ben ik verschuldigd aan prof. dr. H. Enno van Gelder, drs. A. Pol, Ing. J. Lingen en prof. dr. J.W. van der Dussen, zonder wier hulp en waardevolle adviezen deze catalogus niet in zijn huidige vorm tot stand zou zijn gekomen. Voorts dank ik een aantal niet met name genoemde verzamelaars, die zo vriendelijk waren mij hun stukken te tonen. Tenslotte spreek in mijn erkentelijkheid uit aan het Koninklijk Penningkabinet dat de foto's verzorgde en aan de heer A.E. Tiggelaar die het vaak moeilijke tekenwerk voor zijn rekening nam.

J.C. van der Wis, Groningen, 1 maart 2000.


Overzicht gebruikte literatuur

Baumann, CA., Countermarks In Brazilian Numismatics. A.N.A., Cincinnati Convention Paper (dec. 1942), herdruk in Brunk;

Béranger, M., Lorigine de la surfrappe d'une fleur de lis apposée sur différentes monnaies antérieures a 1640, Revue Numismatique 4.21 (1917-1918), Procès Verbaux, séance 1918, biz. LXVIII;

Berghaus, P., Der Bocholter Stüber, Westfalenspiegel (febr. 1968);

Boegheim, L.M.J., (I) Azorenklop 1887 op Nederlandse gulden, De Beeldenaar 21 (1997), 416;

- (II) Particuliere stuivers op Curaçao, Muntkoerier 29-9 (2000), 4-5;

Boekhorst, B.H.J, te, De moderne klop, Muntkoerier 17 (1988, nr.2), p. 4-7;

Bruijn, W.K. de, De Nederlandse Florijn in al zijn facetten, Bussum 1990;

Brunk, G.G., World Countermarks on Medieval and Modern Coins, Lawrence (Mass.) USA 1976;

Bucknill, J., The coins of the Dutch East Indies, Londen 1931;

Chijs, P.O. van der, De munten van de bisschoppen, van de heerlijkheid en de stad Utrecht, Haarlem 1859;

Codrington, H.V., Ceylon Coins and Currency, in Memoirs of the Colombo Museum, Colombo 1924;

Delmonte, A., (I) De Gouden Benelux, Amsterdam 1964;

- (II) De Zilveren Benelux, Amsterdam 1967;

Denaro, V.F., Dutch Coins and Maltese Countermarks, The Numismatic Chronicle (1963) biz. 149-155;

Duffield, F.G., A Trial List of the Countermarked Modern Coins of the World. A.N.A., The Numismatist (July 1919-sept. 1920, nov. 1920- aug. 1921), St. Bartholomew 1135, herdruk in Brunk;

Dupriez, O, Monnaies et Essais Monétaires du Royaume de Belgique et du Congo Beige, Brussel 1949;

Erlanger, H.J., Some German Counterstamps..., ANS Museum Notes 7 (1968) biz. 153-184;

Fonrobert, J., Verzeichniss von Münzen und Denkmünzen der Erdteile Australien, Asien, Afrika und verschiedener mohammedanischer Dynastien, Berlijn 1878;

Friederich, K., Ein Beitrag zur Geschichte des Kontermarkenwesens, aangevulde herdruk, Münster 1970;

Gelder, H.E. van, (I) De klop van 1573/74, GP (1954) blz. 25 e.v., herdrukten bijgewerkt inJMP (1980) blz. 101-106;

- (II) Klop van Breda, JMP (1949) blz. 101 -102;

- (Ill) De Noodmunten van de Tachtigjarige Oorlog, 's-Gravenhage 1955;

- (IV) Botdragers met kloppen, GP (1969) blz. 6;

- (V) Reductie en stempeling van de schellingen 1692-1694, JMP (1988) blz. 59-86;

Gelder, H.E. van, et M. Hoc, Les monnaies des Pays-Bas Bourguignons et Espagnols 1434-1713, Amsterdam 1960;

Gordon, R.C., West Indies countermarked Gold Coins, Madison 1987;

Hengel, C. van, De munten van Holland in de 13e eeuw, Amsterdam 1986;

Hoc, M., Le cours et Ie marquage des réaux d'Espagne et de Mexique aux Pays-Bas, PB/V (1960) blz. 285-294;

Hovy, L, Ceylonees Plakkaatboek, Hilversum 1991;

Hutten-Czapski, E., Catalogue de la collection des médailles et monnaies polonaises, 1871, herdruk Graz 1957;

Jesus, Rl. de, Counterstamped Coins of the Philippines, Manilla 1966;

Jonghe, B. de, Monnaies et dénéraux de Flandre, RBN (1894) blz. 365- 372;

Krause, CL. and C. Mishler, Standard Catalog of World Coins, 18e druk, lola, Wisconsin 1991;

Krusy, H., Gegenstempel auf Münzen des Spatmittelalters, Frankfurt a/M. 1974;

Leyten, J., (I) De klop 'Soumenep', De Beeldenaar A (1977) blz. 20;

- (II) Nogmaals de klop 'Soumenep', De Beeldenaars (1977) blz. 13;

Lingen, J., De klop R op Indo-portugese zilveren dubbele tanga's, De Beeldenaar (1996) blz. 196-200;

- (II) Paliakatten, VOC-ropijen van de Coromandel-kust in India, De Beeldenaar 24 (2000), blz. 63-66;

Loon, G. van, Beschrijving der Nederlandsche historipenningen van koning Philips, tot het sluyten van den Uytrechtschen vrede, 's-Gravenhage 1723-1731;

Lucas, R, Monnaies Seigneuriales Mosanes, Walcourt 1982;

Mailliet, R, Catalogue descriptif des Monnaies Obsidionales et de Nécessité, Brussel 1870;

Man, M.M.G. de, Geschiedenis van een klop op Utrechtse stuivers, TMP (1913) blz. 111-124;

Meer, G. van der, Waarom en wanneer zijn kloppen aangebracht op Engelse en Nederlandse nobels en rozenobels, JMP (1961) blz. 71-77;

- (II) De vondst Arnhem 1957, JMP (1959) blz. 1 -36;

Mignolet, A., Les Monnaies de la principauté de Liège, Maastricht 1986;

Mitchiner, M., Oriental Coins and their values, Non-Islamic States and Western Colonies AD 600-1979, Londen 1979;

Netscher, E. en J.A. van der Chijs, De munten van Nederlandsch-lndië, Batavia 1863;

Noss, A., Die Münzen und Medaillen von Köln, Band IV: Die Münzen der Stadte Köln und Neuss 1474-1794, Keulen 1913, herdruk Hildesheim/ New York 1975;

Olrog, R, St.Barthélemys Kontramarkeringar, Numismatiska Meddelanden 31 (1973), blz. 157-210;

Pietersen, E, Munten van de stad Utrecht, Utrecht 1978;

Pol, A., (I) Schepen met geld, 's-Gravenhage 1989;

- (II) Het Koninkrijk omgewerkt: Nederlandse munten veranderd in sieraden en gebruiksvoorwerpen, in Muntenalmanak '88-'89, Roermond 1988, blz. 176-192;

Polak, E., (I) Een Franeker Noodmunt uit 1573-1577, JMP (1929) blz. 66-72;

- (II) Enkele nadere gegevens omtrent "Tstempelen vanden Gelde" in Holland en Zeeland in en na 1573, JMP (1934) blz. 1-47;

Pridmore, E, (I) The Coins of the British Commonwealth of Nations, Part 3, West Indies, Londen 1965;

- (II) The countermark of the Dharmacakra, or the Wheel of Law, Numismatic Circular (sept. 1955) blz. 375-377;

- (Ill) The countermark of a crowned V, Numismatic Circular (aug.- sept. 1954), blz. 339-341;

Pronk, G., Maken merkwaardige instempelingen een grotere puzzel?, De Beeldenaar (2001) blz. 222-223;

Purmer, D., Drie Reckheimse duiten en een Hollandse penning, De Beeldenaar (1992) blz. 112-114;

Robert, C, Numismatique de Cambrai, Parijs 1861;

Scholten, C, De munten van de Nederlandsche gebiedsdelen overzee, 1601-1948, Amsterdam 1951;

Schulman, J., Handboek van de Nederlandse Munten van 1795 tot 1975, 5e druk, Amsterdam 1975;

Scott, J.G., British countermarks on copper and bronze coins, Londen 1975;

Sietz, EG., De instempeling "L" op florijnen, Muntkoerier6 (1991) blz. 4- 8;

Sømod, J., Forging of Danish West Indian Counterstamps, Numismatics Internationale (1979), Dallas (Texas, USA), blz. 297-303;

Spassky, I.G., (I) The Russian Monetary System, vertaald uit het Russisch door Z.l. Gorishina en herzien door L.S. Forrer, Amsterdam 1967;

- (II) Taler V Russkom Deneshnom Obrashchenii 1654-1659 Godor (De daalder in het Russische muntsysteem 1654-1659), Leningrad 1960;

Spitzen, W., Steenwijker munten en penningen, Historische Mededelingen (officieel orgaan van de historische vereniging Steenwijk en omstreken) 5 (1988), blz. 115-129;

Veenendaal, J., Een onbekend zilvermerk, Bulletin van het Rijksmuseum 35 (1987) 1, blz. 17-21;

Voet Jr., E., Nederlandse Goud- en Zilvermerken, 's-Gravenhage 1966;

Wis, J.C. van der, (I) De klop "Utrechts stadswapen" als onderdeel van de sanering van de Utrechtse duitencirculatie, De Beeldenaar 4 (1978) blz. 17-20;

- (II) Kloppen van Noordnederlandse oorsprong, De Beeldenaar (1982) blz. 131-141, 177-184, 213-227;

- (Ill) Utrechtse duiten op stap, De Beeldenaar (1990) blz. 200-201;

- (IV) Kloppen van Noordnederlandse oorsprong, reacties van lezers, De Beeldenaar (1983) blz. 202-203;

- (V) Drieplakken van de Driesteden, De Beeldenaar (1999) blz. 146- 154;

Yeoman, R.S., A Catalog of Modern World Coins, 1850-1964, 13e druk, Racine 1983;

Yih, T.D., Numismatische betrekkingen tussen China en Nederland;

Kloppen en geklopt worden, De Beeldenaar (1987) blz. 224;

Zwarte, R. de, Klop van de stad Utrecht op een penning van Reinald van Koevorden, De Beeldenaar (1985) blz. 46-47.


  • Klopbelg.jpg
  • Klopcolombia.jpg