Indo-China
Uit Wiki Munten en papiergeld
Indo-China, historische benaming voor het oostelijke deel van het Zuidoostaziatische subcontinent Achter-Indië.
Ontstond in 1888 door samenvoeging van Cochinchina met de Franse protectoraten Annam, Cambodja, Laos en Tonkin en maakte tot 1954 deel uit van het Franse koloniale rijk.
De munteenheid werd de piaster (dollar) = 100 cents, 1 cent = 5 sapeque. De munten waren aanvankelijk, op de naam van het gebied in het omschrift na, identiek aan die van Cochin-China. Afgezien van wijzigingen in gehalte en gewicht bleven ze dat grotendeels tot aan de invoering in 1939 van koper-nikkelen munten die de zilveren vervingen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden enkele munttypen geslagen op last van de Vichy- regering. Na de oorlog werd in 1946-'47 nog gemunt op naam van de Féderation Indochinoise, voorzien als samenwerkingsverband met het onafhankelijke Vietnam. De Banque de l'Indochine gaf papiergeld uit met uitzondering van een reeks kleine coupures, die vanaf 1939 van regeringswege in omloop werd gebracht.
In 1951 ging het emissierecht van de Banque de l'Indochine over op het Institut d'Émission des Etats du Cambodge, du Laos et du Vietnam, hoewel de biljetten van de Banque de l'Indochine niet ingetrokken werden en in omloop bleven naast die van het "Institut".