Groschen
Uit Wiki Munten en papiergeld
groschen,
1. Duitse benaming voor de gros tournois en de imitaties daarvan, zoals de groot Tournoois in de Nederlanden en in Duitsland de böhmische (beemse of Praagse) Groschen die in 1300 werd ingevoerd door koning Wenceslaus III en waaruit zich in 1307 de meissnische Groschen van Saksen ontwikkelde;
2. Van de 15e eeuw tot 1871 de basismunt van de muntstelsels van de meeste Duitse staten. De waarde varieerde: in het noorden meestal 1/24, 1/30 of 1/36 taler met lokaal verschillende benamingen (Gutegroschen, Silbergroschen, Mariengroschen e.a.); in het zuiden 3 kreuzer. Het woord werd ook wel in de algemene betekenis zilverstuk gebruikt; guldengroschen;
3. Thans in Duitsland nog een volksbenaming voor een 10-Pfennig- stuk (in oorsprong = 1/30 taler);
4. In Oostenrijk sinds 1923 een munt- en rekeneenheid van 1/100 Schilling.
G.
