Geuzenpenning
Uit Wiki Munten en papiergeld
geuzenpenning, kleine, gegoten, ovale penningen uit 1566, gedragen door de opstandige edelen die zich, vlak na het aanbieden van het smeekschrift aan de landvoogdes Margaretha van Parma op 8 april 1566, geuzen (= bedelaars) gingen noemen en die zich in het openbaar met "geuzenpenningen" vertoonden.
Deze penningen vertonen op de voorzijde het portret van Philips II en op de keerzijde twee handen in een handdruk en een bedelaarstas.
Het omschrift op de penning luidt in het Frans: De koning in alles getrouw tot aan het dragen van de bedelzak toe. De eerste geuzenpenningen zijn naar alle waarschijnlijkheid gegoten door de bekende medailleur en latere waardijn van het Antwerpse munthuis, Jacques Jonghelinck. Ze zijn uitgevoerd in verschillende metalen. Er bestaan zeer veel latere versies en imitaties, waarvan sommige zijn uitgevoerd met oogjes waaraan bedelnapjes hangen.
Lit.:
Meer, G. van der, Geuzenpenningen, napjes en kalebasjes, De Beeldenaar (1980) 91-95.