Handelingen

Fotograferen van munten en papiergeld

Uit Wiki Munten en papiergeld

Fotograferen.jpg

fotograferen van munten en papiergeld, is in principe met behulp van elke camera mogelijk, wanneer de amateurfotograaf beschikt over enkele hulpstukken (of een camera die geschikt is) voor macrofotografie en voldoende geduld en tijd om te experimenteren tot de beste opstelling is gevonden.

Het gemakkelijkst is het werken met een eenogige spiegelreflexcamera met tussenringen of een balg tussen objectief en camera. Absolute noodzaak is een stevig statief waarop de camera wordt gemonteerd, bij voorkeur een zogenaamd reprostatief of dat van een vergrotingstoestel, maar ook een gewone driepoot is bruikbaar (de beroepsfotograaf gebruikt liever een 6 x 6 camera of, als er zeer hoge eisen gesteld worden, een technische platencamera 13 x 18).

Gecontroleerd moet worden of de achterzijde van de camera en het grondvlak geheel waterpas staan, omdat anders vertekening van het beeld kan optreden, waardoor een ronde munt een min of meer ovale vorm op de afdruk of dia zal vertonen. Naarmate kleinere munten beeldvullend op het negatief of de dia worden gewenst, is een objectief met een kleinere brandpuntafstand nodig. Hoe kleiner de brandpuntafstand hoe dichter de lens het voorwerp nadert en hoe moeilijker het wordt daartussenin voor de juiste lichttoevoer te zorgen.

Een zoomobjectief met brandpuntafstanden ergens tussen 35 en 135 mm is het beste, maar ook losse objectieven met vaste focus zijn geschikt. Verlichting: ieder type verlichting is geschikt, gewone gloeilamp, speciale fotolamp, daglicht of flitslicht, mits bij het gebruik van kleurenfilm van het juiste type of het bijpassende kleurfilter wordt gebruik gemaakt. Voor het gebruik van daglichtfilm bij kunstlicht zijn blauwfilters nodig, anders ziet elke zilveren munt eruit als goud. Hinderlijke reflecties die vaak optreden, zijn gedeeltelijk weg te werken met een polarisatiefilter. Hoewel de professionele fotograaf bij het fotograferen van munten vaak met meerdere lichtbronnen tegelijk zal werken, is ook met een enkele lichtbron een uitstekend resultaat te behalen. Deze dient het licht van opzij onder een niet te grote hoek op de te fotograferen munt te werpen (strijklicht); de geconcentreerde lichtbundel van een diaprojector is daarvoor ook heel geschikt, maar daarbij is een ander blauwfilter nodig. Portretten komen het mooiste uit met een belichting van boven-voor.

Ondergrond: wanneer zwart-wit foto's worden gemaakt die voor een publicatie zullen worden gebruikt, is een witte ondergrond vereist. Voor kleurendia's zijn gekleurde achtergronden meer geschikt. Daarbij moet erop worden gelet dat die achtergrond geen zodanige structuur heeft, dat deze de aandacht van munt of biljet afleidt, zoals een grove weefstof. Om een mooi diffuse achtergrond te krijgen, die bovendien vrij is van hinderlijke slagschaduwen, kan de munt op een glasplaat worden gelegd, enkele centimeters boven de ondergrond. Wanneer munten van sterk verschillende diameter beeldvullend worden gefotografeerd, verdient het aanbeveling in de onderrand van het beeld een lineaaltje met een millimeterverdeling mee te fotograferen.

Scherpte-diepte: vooral bij antieke munten met een hoog relief moet er bij het scherpstellen op worden gelet dat dit gebeurt midden tussen het hoogste en het laagste niveau en dat daarna voldoende wordt gediafragmeerd om beide niveaus binnen het scherptebereik te krijgen. Daarvoor kan een langere belichtingstijd, een sterkere lamp of een gevoeliger (sneller) film nodig zijn.

Om beide zijden van een munt, waarvan u slechts één exemplaar bezit, op één dia te krijgen kunt u, wanneer u niet beschikt over een stereocamera waarvan linker- en rechterbeeld na elkaar kunnen worden gemaakt en ook niet over een camera waarmee twee opnamen over elkaar heen gemaakt kunnen worden (waarbij de munt dan op een volkomen absorberende zwarte achtergrond moet liggen), gebruik maken van de methode om de strook dia's niet op de gebruikelijke plaatsen te knippen, maar midden door het beeld, waarbij u er bij de opname voor heeft gezorgd dat steeds de keerzijde van een munt samen met de voorzijde van de volgende onder de camera heeft gelegen.

Het fotograferen van papiergeld stelt geheel andere eisen. Behalve camera en statief is slechts een smalle tussenring of een voorzetlens nodig bij het gebruik van het normale (bij kleinbeeld gewoonlijk 50 mm) standaardobjectief. De belichting dient zo egaal mogelijk te zijn, bijvoorbeeld met vier lampen van gelijke sterkte op gelijke hoogte en afstand van het te fotograferen biljet.

Scherptediepte is geen probleem wanneer het biljet volkomen vlak ligt. Eventueel kan er een glasplaatje bovenop worden gelegd, waarbij er goed op gelet moet worden dat lampen of andere delen van de apparatuur daarin niet spiegelen. Droogstempels kunnen geheel worden behandeld als munten. Watermerken en andere in het papier aangebrachte veiligheidsvoorzieningen vereisen doorvallend licht, waartoe licht via een spiegel of direct onder het te fotograferen biljet kan worden gebracht. (Oppassen voor al te direct contact met een hete lamp!).

A.

Lit.: Hobberman, G., The art of coins and their photography, 1981.