Brugge
Uit Wiki Munten en papiergeld
Brugge, muntplaats in de provincie West-Vlaanderen, was een van de belangrijkste muntplaatsen van het graafschap Vlaanderen en van de Zuidelijke Nederlanden. De vroegste muntslag vond plaats onder de Karolingische vorsten (Karolingische muntslag) Karel de Kale (840-877) en Karel de Eenvoudige (893-929). Tijdens de 11e en de 12e eeuw is er gemunt door de Vlaamse graven Boudewijn V (1035-1067) en Philips van de Elzas (1168-1191). In de 13e eeuw is gemunt zonder de naam van de graaf.
In de 14e' 'en 15e eeuw was het Vlaamse munthuis gewoonlijk te Gent gevestigd. Gedurende korte perioden werd het naar Brugge verlegd onder Lodewijk van Male (1346-1384), Philips de Stoute (1384-1404) en Philips de Goede (1419-1467). Vanaf 1467 tot 1754 is het Vlaamse munthuis permanent te Brugge gevestigd geweest. De sluiting in 1754 werd veroorzaakt door de behoefte tot centralisering van de muntslag.
Sinds 1434 komt op de Vlaamse munten, geslagen te Gent of Brugge, een lelie voor. Na 1496 kan deze lelie als muntteken van het Brugse atelier beschouwd worden. Alleen tijdens de regering van Maria Theresia (1740-1780) werd in plaats van de lelie een leeuwtje gebruikt. Zie voor de overige muntplaatsen in de Nederlanden de lijst muntplaatsen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn er noodbiljetten (noodgeld) uitgegeven met als emissiedata: 1914,1915, 1 juni 1915 en 1917. Sommige van deze emissies geschiedden onder het waarborg van de provincie West-Vlaanderen en van de Burgerlijke Godshuizen van Brugge.
Zie voor de overige plaatsen in de Nederlanden waar papiergeld is uitgegeven de lijst papiergeldplaatsen.