Gorinchem
Uit Wiki Munten en papiergeld
Gorinchem, muntplaats in de provincie Zuid-Holland, waar ca. 1580-1590 legaal en illegaal is aangemunt op naam van diverse muntheren.
In 1583 verleende het stadsbestuur de verdreven Portugese pretendent Don Antonio het recht om in Gorinchem een munthuis te openen.
Aanvankelijk sloeg muntmeester Hendrik van Velthuysen daar op naam van Don Antonio de normaal gangbare Portugese soorten maar later verschenen er ook nabootsingen van munten van de overleden Portugese koning, van Franse franken en van Spaanse dubbele dukaten.
Het Portugese munthuis werd gesloten in 1587.
Dezelfde muntmeester had in 1579-1580 te Appingedam voor de Groninger Ommelanden gewerkt. Ten gevolge van de terugkeer van een Spaans garnizoen in Groningen moest hij zijn werkzaamheden staken. Terwijl hij al voor Don Antonio werkte, werd Velthuysen in 1584-1585 eveneens door de Ommelanden benoemd, zodat hij twee muntheren tegelijkertijd diende. Voor deze laatste sloeg hij nabootsingen van Engelse rozenobels, Spaanse dukaten en Akense en Brunswijkse rijksdaalders, alle op naam van de Ommelanden.
Daarnaast kregen de graaf en gravin van Megen toestemming om hun muntrecht in Gorinchem uit te oefenen. De productie onder leiding van muntmeester Johan van Everdingen begon in 1583 of 1584 en duurde zeker tot 1587.
In 1585 kwam het tot een samenwerking tussen het "Portugese" en het "Megense" munthuis en ontstond er één bedrijf dat zich steeds meer toelegde op het vervaardigen van nabootsingen, waarvan die van de rozenobels waarschijnlijk het meest talrijk waren, zoals blijkt uit de grote goudvondsten Serooskerke 1966 en Randwijk 1987. Deze "Gorcumse" rozenobels worden in de Engelse literatuur meestal als "Flemish" aangeduid, omdat de toeschrijving aan uitsluitend Gorinchem niet geheel zeker is. Wel bestaan er rozenobels waarop het wapen van Arkel is opgenomen, op sommige zelfs verborgen in de balustrade op de voorsteven (rechts) van het schip. Hieruit blijkt dat de muntmeester, gesteund door het stadsbestuur, zich wilde beroepen op een muntrecht van het land van Arkel, waartoe de stad vroeger had behoord. Het wapen van Arkel bestaat uit twee rode, beurtelings gekanteelde dwarsbalken op een zilveren veld.
In het muntplakkaat van Leicester van 1586 werd de circulatie van alle te Gorcum geslagen munten verboden.
De stad bleef echter de daarin werkzame muntmeesters steunen en er verschenen vanaf 1590 zelfs nabootsingen van de nieuwe Hollandse duiten met het wapentje van Arkel onder de Hollandse maagd en op de keerzijde het opschrift GOR(cum) IN HOLL(and). Het muntbedrijf te Gorcum werd in 1591 definitief gesloten. Een aantal muntstempels is bewaard gebleven en bevindt zich in het museum "Dit is Bethlehem" te Gorinchem.
Zie voor de overige muntplaatsen in de Nederlanden de lijst muntplaatsen. Tijdens de Bataafse Republiek zijn er door de stad Gorinchem in 1795 recepissen uitgegeven.
Zie voor de overige plaatsen in de Nederlanden waar papiergeld is uitgegeven de lijst papiergeldplaatsen.
Lit.:
Gelder, H. E. van, De muntslag te Gorinchem, JMP (1980) 221-227;
Gouw, J. L. van der, Marie de Brimeu, De Nederlandsche Leeuw (1947) 5.49;
Rollin Couquerque, L. M., La monnaie du roi Antoine de Portugal d Gorinchem, Amsterdam 1903;
Schulman, M., De muntstempels der Munt te Gorinchem aanwezig in het museum Oud-Gorcum JMP (1917) 41-73 en (1918) 78-81.