Thorn
Uit Wiki Munten en papiergeld
Thorn, gemeente in de Nederlandse provincie Limburg, ontstaan rond een benedictijner vrouwenabdij, in 992 gesticht door graaf Ansfried van Hoei (nadien bisschop van Utrecht 995-1010) en diens vrouw Hilsonde van Strijen. Hun dochter Benedicta werd de eerste abdis. In de 13e eeuw werd de abdij van regulier klooster omgezet in een wereldlijk stift voor hoogadellijke vrouwen (kanunnikessen) onder leiding van een abdis die de rang van rijksvorstin bezat. Het stift werd in 1797 gesloten. Het wapen bevat in goud een zwarte enkelkoppige (rijks)adelaar.
Reeds in het begin van de 11e eeuw werd door abdis Gerberga op eigen naam gemunt. Vervolgens werden er anonieme navolgingen van de penning van aartsbisschop Anno van Keulen (1056-1075) geslagen. Een regelmatige muntslag kwam echter pas in de 16e eeuw op gang tijdens de abdissen Margaretha van Brederode (1531-1577) en Anna van der Marck (1604-1631). Meestal ging het om imitaties van bekende voorbeelden, soms om eigen typen en vaak om minderwaardige stukken, waardoor er moeilijkheden ontstonden.
In 1561 verbood keizer Ferdinand de Thornse muntslag; Margaretha van Brederode werd voor het Kamergericht te Spier gedaagd, doch in 1562 werd de muntslag weer hervat. Haar opvolgster Josina van der Marck (1577-1604) werd het echter niet toegestaan te munten. Haar zuster en opvolgster, Anna van der Marck (1604-1631) heeft de Thornse muntslag weer hervat, doch die was aan strenge banden gelegd door de Westfaalse kreits. Door haar is waarschijnlijk geen goud meer aangemunt en werden, afgezien van enkele proefstukken voor dubbele daalders, slechts schellingen en kleinere denominaties geslagen.
Het wapen van Margaretha van Brederode bevat in zilver vier leeuwen van rood. Dat van Anna van der Marck is gevierendeeld met Marck, Wassenaar-Leiden, Runkel en Lumey met een hartschild Schoonhoven.
G.
Lit.:
Lucas, R, Monnaies seigneurales mosanes, Walcourt 1982, blz. 40.1-45;
Passon, T., Het witte dorp, de geschiedenis van Stift Thorn, Muntkoerier (1990) 10-11.