Meissner groschen
Uit Wiki Munten en papiergeld
meissner groschen, of meissnische Groschen (groschen), noemt men de groschen, ingevoerd in 1307 door markgraaf Frederik I van Meissen, landgraaf van Thüringen (1292-1324), na de Prager groschen (beemse groschen) van 1300 het tweede grote zilverstuk in de Duitse landen. Aanvankelijk op een gewicht van 3,9 g (64 in de mark) en een zilvergehalte van 0,938, doch later aanmerkelijk lager. Op vz een leliekruis in vierpas, gekantonneerd met de letters CRVX (kruis) en als omschrift FRIDericus Del GRatiA TVRINGensis LANDGRAVius; op kz de Thüringse leeuw met het omschrift GROSSVS MARCHionis MYSNENSIS.
In het midden van de 15e eeuw werd de koers vastgesteld op 1/20 (= 9 Pfennig), weldra op 1/21 Rijnse gulden. Na aanvankelijke verdringing door andere groschen, zoals die van Bohemen, hebben de meissner groschen met uiteenlopende typen en veelal voorzien van een klop, in geheel Noord-Duitsland en Oost-Nederland gecirculeerd.
G.