Loodje

loodje, verzamelnaam voor diverse muntachtige voorwerpen vervaardigd uit loodlegering.

Het woord wordt in de oudere literatuur vooral gebruikt voor:

a. loden penninkjes ter vervanging van gewoon geld, als armengeld, bakenlood en tolteken;

b. uit twee door een beugeltje verbonden en met een tang samen te knijpen delen ter afsluiting van een verpakking, zegelloodje. c. soms werden presentiepenningen in andere metalen als messing, ook wel loodje genoemd.

Lit.: Baart, J. e.a., Loden XIV-XVII in: Opgravingen in Amsterdam, Amsterdam 1977, blz. 110-125; Bruinvis, C.W., Betalingspenning van Schermermeer, TMP (1893) 120-121; Hooft van Iddekinge, J.E. Notice sur un méreau inédit de Doesbourgh RBN 4.3 (1865) 145-146; Laere, R. van, Loden zegels en verzegelingen, Limburg 71 (1992) 85-102; Man, M.G.A. de, Over Zeeuwsche Loodjes. Bijdrage tot de penningkunde van Zeeland, Middelburg, 1892. Minard-Van Hoorebeke, L., Description de méreaux et jetons de presence, etc. des gildes et corps de métiers, églises, etc, Gent 1877-1878 (2 dln); Mitchiner, M., Aspects of Textile Manufacturing and Commerce illustrated by Leaden Seals in: Jetons, Medalets & Tokens II: The Low Countries and France, London 1991, blz. 945-963; Reinders, H.R., Muntvondsten in scheepswrakken, Lelystad 1977.