Drachme

drachme,

1. In de Oudheid een zilveren Griekse munt met plaatselijk uiteenlopend gewicht (in Athene 4,3 gram), geslagen vanaf ca. 560 v. Chr. tot in de 3e eeuw na Chr. Oorspronkelijk was de drachme een gewicht, drachme betekende "hand vol met. . .". Een drachme was onderverdeeld in zes obolen (obool).

Van de drachme zijn in verschillende gebieden ook veelvouden geslagen: dodekadrachme = 12 drachmen dekadrachme = 10 drachmen oktodrachme = 8 drachmen tetradrachme = 4 drachmen tridrachme = 3 drachmen didrachme = 2 drachmen Niet alle denominaties kwamen in één plaats of op hetzelfde moment voor, er werd een keuze gemaakt al naar gelang traditie en behoefte. De belangrijkste eenheden waren de tetradrachme, didrachme en drachme.

Athene had in de 5e/4e eeuw v. Chr. de meest complete muntenreeks. In de Romeinse keizertijd werden er in Egypte ook koperen drachmen geslagen, (Griekse muntslag).

2. Modern (Grieks: mv. drachmai, van 1982-2001 op de munten geschreven als drachmes), munteenheid van Griekenland, opnieuw ingevoerd in 1831 bij het tot stand komen van het koninkrijk en als zilveren munt voor het eerst geslagen in 1833. In 1900 en 1901 zijn aparte drachmai geslagen voor het eiland Kreta (Kriti), dat sinds 1900 Grieks is na de bevrijding van de Turkse overheersing. De drachme was onderverdeeld in 100 lepta.

Lit.: Divo, J. R., Modern Greek coins 1828-1968, Amsterdam-Zurich 1969.

• 

• 

• 

• 

• 

•