Muntmeesters Nederlandsch-Indië
Uit Wiki Munten en papiergeld
Nederlandsch-Indië, inclusief de Bataafse Republiek en het Brits bestuur van 1811-1816
21.1 Java
Munt te Batavia (B) en Surabaja (S). De Munt te Batavia sloot in 1814 en werd als hulpmunt opnieuw in gebruik genomen in 1839-1843.
21.1 Java | |||
muntmeester | muntmeesterteken | in functie | muntplaats |
Anthony Macaré | 1799-1809 | B | |
Johan Anthonie Zwekkert | Z | 1800-1808 | B |
Francois Loriaux | 1806-1809 | S | |
Johan Anthonie Zwekkert | Z | 1809-1819 | S |
W. Wardenaar | 1809-1810 | B | |
J. Ekenholm | 1813-1814 | B | |
W.F. van Leeuwen | 1819-1826 | S | |
F.H. Haase | 1832 | ||
N.N. Demmenie | D | 1832 | S |
K.J.de Vogel | V | 1833-1837 | S |
N. Coblijn, waarnemend | C | 1837 | S |
L.J. Jeekel | J | 1837-1839 | S |
C.H. Willmans | W | 1839-1843 | S |
F.D. Godon | 1839 | B | |
M. Bittdorf | 1839-1843 | B |
Anthony Macaré (1799-1809) werd in 1799 samen met Wiegerman aannemer van de Munt waar het Japanse koper tot bonken verwerkt werd.
Francois Loriaux (1806-1809) kreeg toestemming om te Surabaja een particuliere “duitenmunt” te exploiteren.
W. Wardenaar (1809-1810) was toezichthouder op het kappen van de bonken.
J. Ekenholm (1813-1814) was aannemer van de Munt van de tinnen duiten.
W.F. van Leeuwen (1819-1826) was reeds assistent onder Zwekkert.
F.H. Haase (1832) heeft niet aangemunt
N.N. Demmenie (1832) was directeur van 's Lands Constructie-Winkel.
F.D. Godon (1839) was daarvóór muntgezel en adjunct-mechanicus te Utrecht. Samen met zijn opvolger gebruikte hij stempels die hij uit Utrecht had meegebracht. De vijfpuntige ster op de munten die met deze stempels geslagen zijn, is misschien meer als een muntteken, dan als een muntmeesterteken te beschouwen.
Terug naar muntmeesters