Handelingen

Avondmaalsteken

Uit Wiki Munten en papiergeld

Rotterdam, avondmaalsteken van de Lutherse gemeente, 1704, lood.

avondmaalsteken, soms ten onrechte avondmaalsloodje genoemd.

In 1560 opperden de hervormers Calvijn en Viret in Genève voor het eerst het idee om loden tekens uit te reiken aan gemeenteleden en van buitenaf komende vreemdelingen, die getuigenis van hun geloof hadden afgelegd. Alleen diegenen die in het bezit waren van zo'n teken zouden toegang hebben tot het Heilig Avondmaal. De kerkbestuurders in Genève voelden hier niet voor, maar protestante gemeenten in Frankrijk namen dit idee over, en al spoedig had iedere gemeente zijn eigen avondmaalsteken. In tijden van vervolging werden zij eveneens gebruikt als herkenningsteken voor geloofsgenoten. Later dienden zij ook voor het handhaven van de kerkelijke tucht. De tekens werden soms tijdens de dienst, maar meestal ervoor, uitgereikt aan degenen die op grond van de zuiverheid van hun geloof en levenswandel waardig bevonden waren aan het Avondmaal deel te nemen. Aan het begin van de eigenlijke avondmaalsviering werden zij weer ingeleverd.

Het gebruik van avondmaalstekens verbreidde zich, voornamelijk door vluchtelingen, in Protestantse kerken in Engeland, Schotland, Ierland, Duitsland, Zwitserland, Amerika en Canada. In Nederland werden zij niet door de Gereformeerde (= Hervormde) kerk gebruikt, maar wel in de Lutherse en Waalse gemeenten.

Het materiaal van de avondmaalstekens is lood, tin of koper en een enkele keer zilver. Hun vorm is rond, ovaal, vierkant of achthoekig.

Er staan vaak Bijbelteksten op, of religieuze symbolen zoals een anker, broden, een hart, een avondmaalskelk, het Lam Gods, een zwaan of een pelikaan. Soms wordt aangegeven om welke gemeente het gaat. Omstreeks het midden van de 19e eeuw waren de avondmaalstekens overal afgeschaft.

M.

Lit.:

Man, M. de, Over Zeeuwsche Loodjes, Middelburg 1892, p.32-38;

Fredzess, W. J., Des méreaux d'admission a la Ste Cene et en particulier, de ceux de la ci-devant église wallonne d'Aix-la-Chapelle et de la ville de Harlem, TMP 1895, p. 68-80;

Wijchers, J. J. W. A. Avondmaalsloodjes, De Geuzenpenning 5 1955, p. 19-20.