Handelingen

Soedan

Uit Wiki Munten en papiergeld

Versie door MyWikiAdminEnc (overleg | bijdragen) op 15 jan 2017 om 23:18 (1 versie geïmporteerd)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Soedan, republiek in het noordoosten van Afrika. In 1820 en 1822 werd het gebied door de Egyptenaren veroverd. In 1881 kwam de mahdi (geestelijk en wereldlijk leider) in opstand. In de periode tussen 1896 en 1898 werd Soedan veroverd door Egyptische en Britse troepen onder generaal Kitchener. Het Anglo-Egyptische Verdrag van 1899 legde de basis voor een nieuw regime in Soedan, dat nominaal Anglo-Egyptisch, maar in werkelijkheid een Britse kolonie was. De Britse invloed werd nog versterkt na de terugtrekking in 1924 van de Egyptische troepen. Door tegenstellingen tussen Noord- en Zuid-Soedan bleef Egypte militair toch betrokken. Een Anglo-Egyptisch Verdrag van 1953 voorzag in de evacuatie van alle Britse en Egyptische troepen en beloofde zelfbestuur binnen een periode van drie jaar. In 1955 werd de onafhankelijke republiek uitgeroepen.

Aanvankelijk circuleerden in het gebied diverse uitheemse muntsoorten, waaronder de Maria Theresia-daalder en munten uit het Ottomaanse rijk (Osmanen). Sinds 1881 werd te Kartoem volgens het Turkse muntstelsel (40 para = 1 ghirsh of piaster) muntgeld geslagen op naam van de mahdi Mohammed Ahmed (1881-1885) en te Omdurman op naam van zijn opvolger, kalief Abdullah Ibn Mohammed (1885-1898). Vervolgens circuleerde er het Egyptische geld.

Gedurende de opstand van de mahdi werden Engelse troepen onder Gordon Pascha in Kartoem gelegerd. In 1884 gaven de Britten daar noodgeld uit. Gedurende de Tweede Wereldoorlog werden in Italië voor de Cassa Mediterranea di Credito per il Sudan biljetten gedrukt van 5, 10 en 50 piasters en 5, 10, 50 en 100 lire, die voor het te bezetten Soedan bestemd waren, maar zij werden niet uitgegeven omdat de bezetting niet doorging.

Na de onafhankelijkheid in 1956 bracht de Sudan Currency Board biljetten van 25 en 50 piasters en 1, 5 en 10 pond in circulatie, die in 1961 door biljetten van gelijke waarden van de Bank of Sudan (opgericht 1960) werden vervangen. Voorts werd een muntreeks opgebouwd volgens het 1-2½-5-systeem. De munteenheid is het pond = 100 ghirsh (piaster) = 1000 millim (milliemes).

Volgens het 1-2½-5-systeem zijn veel verzamelaarsmunten uitgegeven in onedele en edele metalen. In 1992 kwam een monetaire hervorming tot stand en werd de dinar ingevoerd, onderverdeeld in 10 pond of 100 dirhams. Sindsdien zijn er munten verschenen van 2 dinar en biljetten van de BANK OF SUDAN van 5, 10, 25 en 50 dinar.

W.