Handelingen

Ropij

Uit Wiki Munten en papiergeld

The printable version is no longer supported and may have rendering errors. Please update your browser bookmarks and please use the default browser print function instead.

ropij, oorspronkelijke Nederlandse benaming voor de zilveren Mogol-"rupya", thans veelal geschreven als roepie, de fonetische transcriptie van de Engelse benaming "rupee". De ropij fungeerde als de handelsmunt in India en de Westerse handelscompagnieën, waaronder de VOC, hadden hiervan ten behoeve van hun handel grote hoeveelheden nodig en trachtten door overeenkomsten met de Mogolkeizer, zijn lokale gouverneurs of met inlandse vorsten het muntrecht te verwerven; Mogols.

In 1712 verwierf de VOC het recht om in het Mogol-munthuis te Karimabad onder eigen toezicht ropijen te laten slaan. Uit octrooien van de VOC, overeengekomen met plaatselijke vorsten, blijkt dat zij recht had om te Paliakate en Negapatnam ropijen te slaan. Anders dan de in Soerat geslagen ropijen op naam van Mogolkeizer Auranzeb Alamgir (1658-1707), die te Paliakate zijn ingestempeld met het VOC-monogram, zijn er geen ropijen teruggevonden die aan deze plaatsen toegeschreven kunnen worden.

Soortgelijke instempelingen (VOC-monogram waarboven een C) zijn overeenkomstig het plakkaat van 23 oktober/8 november 1660 te Colombo op Soerat roepies aangebracht. In 1752 verwierf de VOC muntrecht te Jaggernaikpoeram, waar van 1758 met kortere of langere onderbrekingen tot ca. 1792, ropijen zijn geslagen.

Vanwege de oorlog met de Engelsen werd het VOC-munthuis te Tuticorin in Zuid-India, in 1781 tijdelijk naar Colombo op Ceylon verplaatst, waar in 1784, 1786 en 1787 ropijen zijn geslagen. In 1786 werd de Munt voor edele metalen te Tuticorin heropend, doch de ropij van 1787 is nog te Colombo geslagen. De emissies van 1788 en 1789 zijn te Tuticorin geslagen, doch hiervan zijn nog geen exemplaren teruggevonden.

In 1693 zijn te Batavia Soerat-roepies op naam van Mogolkeizer Auranzeb Alamgir ingestempeld met een ruitertje. De Soerat-ropij, die door de VOC als haar negotiepenning werd gehanteerd, stond model voor de zilveren Javase ropij die voor het eerst in 1747 op het gewicht (11,723 g) en gehalte (0,951) van de ropij van Soerat te Batavia werd geslagen.

Na de periode van Brits bestuur (1811-1816) op Java zijn onder Nederlandsch-Indisch bewind in 18161817 te Surabaja voor het laatst ropijen geslagen; Nederlandsch-Indië.

L.


  • Ropij 1813 nederlandsch indie.jpg
  • Ropij colombo 1 zilveren ropij 1786.jpg
  • Ropij javase.jpg
  • Ropij zilver javase.jpg