Handelingen

Muntmeesters Overijssel

Uit Wiki Munten en papiergeld

Versie door MyWikiAdminEnc (overleg | bijdragen) op 27 feb 2017 om 14:31 (1 versie geïmporteerd)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

muntmeesters Overijssel,

muntmeester in functie muntmeesterteken muntplaats
3.1 Overijssel, heerlijkheid
Maarten Nijekamer 1529-1531 K
Frank van Papenvelt 1532-1535 K
Munt gesloten 1535-1561
Floris Florisz. 1562-1565 H
Munt gesloten 1567-1578
GerritJansz. 1578-1581 H
Matthijs Engelkens 1581-1582 H
3.2 Overijssel, gewest
Balthasar Wijntgens jr. 1582-1589 rozet K
Melchior Wijntgens 1582-1589 rozet K
Hendrik Wijntgens 1590-1611 rozet K
Johan Wijntgens 1611-1635 lelie K
Hendrik Wijntgens 1635-1645 lelie K
Rudolf van Sonsbeek 1659-1668 zon K
Dirk van Romondt sr. 1675-1702 rozet K
Erfgenamen Dirk van Romondt sr. 1702-1705 K
Dirk van Romondt Jr. 1705-1710 rozet Z
Munt gesloten 1710-1717
Bernard Cramer 1717-1721 kraanvogel K
Petrus van de Wetering 1722-1730 lelie D
Coenraad Hendrik Cramer 1731-1754 kraanvogel K
Nicolaas Wonneman 1763-1807 adelaar K
3.3 Deventer, stad
Arend Wevell ca. 1460 D
Nicolaas Nijber 1488 D
Gerrit vanElten 1503-1509 D
Lambert Fleming 1509-1523 D
Albert Munter 1523 D
Munt gesloten 1523-1589
Nicolaas van Essen 1589-1594 rozet D
Matthijs Engelkens 1594-1598 D
Matthijs Goossens 1598-1617 D
Nicolaas Meynarts 1617-1626 klaverblad D
Johan Wijntgens 1626-1644 lelie D
Munt gesloten 1644-1661
Johan van Harn 1661-1664 morenkop D
Willem Sluysken 1664-1670 zittende hond D
Munt gesloten 1670-1682 D
Pieter Sluysken 1682-1711 zittende hond D
3.4 Kampen, stad
Johan Knijf 1461-1466 K
Kerstken Gerbertsz. 1466 K
Hendrik Jansz 1470 K
Lodewijk Jager/Jegher 1479-1486 K
Thomas Hermansz. 1489 K
Maarten Nijekamer 1524-1534 K
Munt gesloten 1534-1589
Hendrik Wijntgens 1589-1611 K
Johan Wijntgens 1613-1617 lelie, rozet K
Hendrik Wijntgens 1618 lelie K
Johan Wijntgens 16??-1634 lelie, rozet K
Hendrik Wijntgens 1634-1644 lelie K
Jan Jellen 1653-1663 lelie K
Johan van Harn 1664-1675 morenkop K
Jacob Ridder 1676-1695 ruiter K
3.5 Zwolle, stad
Herman van Nassau 1488-1499 Z
Munt gesloten 1500-1590
Balthasar Wijntgens jr. 1590-1593 lelie Z
Arend van Romondt 1593-1628 rozet Z
Jan van Romondt 1629-1646 rozet Z
Arend van Romondt 1646-1671 rozet Z
Gerrit van Romondt 1672-1683 rozet Z
Comelis van Keppel Fox 1684-1694 rozet Z
3.6 de Drie Steden gezamenlijk
Willem van Vierssen 1534-1554 D
Balthasar Wijntgens sr. 1555-1587 granaatappel D, K
Caspar Wijntgens 1587-1588 K

3. Overijssel

3.1 Overijssel, heerlijkheid

De Overijsselse Munt was onder Karel V gevestigd te Kampen (K) muntteken letter C met kruis, maar onder Philips II te Hasselt (NL) (H), muntteken stadswapen: dwarsbalk met kruis daarin.


Opmerkingen

Maarten Nijekamer (1529-1531) was tevens muntmeester van de stad Kampen en daarna te Emden.

Frank van Papenvelt (1532-1535) was daarvóór muntmeester te Hasselt (Oversticht) en Leeuwarden. Zijn muntslag vond plaats van 29 mei 1532 tot 7 september 1535. Frans Kuinreturf, een kleinzoon van Frank van Papenvelt, was in 1617 muntgezel in Brabant.


Floris Florisz. (1562-1565) Werd later muntmeester van Utrecht en van Brabant te Antwerpen en Brussel. Zijn enige bewaard gebleven rekening loopt van 1561-1565 en werd ingediend in 1567. Er moet nog in 1567 te Hasselt gemunt zijn, getuige de bewaard gebleven Hasseltse hele en halve Bourgondische rijksdaalders, gedateerd 1567.


Matthijs Engelkens (1581-1582) was daarna muntmeester van Deventer


3.2 Overijssel, gewest

De Overijsselse Munt behoorde afwisselend gevestigd te zijn in de drie hoofdsteden Deventer (D), Kampen (K) en Zwolle (Z), maar was meestal te Kampen. Alleen in januari 1722 wordt Deventer als vestigingsplaats genoemd in het Instructieboek van het College van Raden en Generaalmeesteren; vanaf augustus 1722 is dat Kampen. Het is zeer de vraag of er werkelijk te Deventer is gemunt. Na de sluiting van de provinciale munthuizen per 31 december 1806, mochten Hoorn en Kampen verder gaan met de productie van duiten voor Oost-Indië.

In 1760-1761 werden er Overijsselse munten geslagen te Harderwijk.


Opmerkingen

Balthasar Wijntgens jr.(1582-1589) was een zoon van Balthasar sr., hij werd daarna muntmeester van Zwolle. Zie ook de stamboom Wijntgens in muntmeesters stambomen.


Melchior Wijntgens (1582-1589) was een zoon van Balthasar sr. Hij vertrok in 1592 naar Delft en werd in 1601 muntmeester van Zeeland.


Hendrik Wijntgens (1590-1611) was een zoon van Balthasar sr. Zie de stamboom Wijntgens in muntmeesters stambomen voor zijn muntmeesterfuncties. Net als zijn zoon en opvolger Johan en zijn kleinzoon Hendrik, was hij een aantal jaren muntmeester van de beide munthuizen te Kampen: dat van Overijssel en dat van de stad Kampen.


Johan Wijntgens (1611-1635) was een zoon van zijn voorganger Hendrik, zie hierboven.


Hendrik Wijntgens (1635-1645), zoon van zijn voorganger Johan, zie hierboven bij zijn grootvader Hendrik. Er bestaat een leeuwendaalder van 1647 !


Rudolf van Sonsbeek (1659-1668) was een zoon van Pieter van Sonsbeek en Jenncken Wijntgens, de zuster van zijn voorganger Hendrik, zie de stamboom Wijntgens in muntmeesters stambomen. Het familiewapen bevat een zon, waarvan zijn muntmeesterteken.


Dirk van Romondt sr. (1675-1702) was een zoon van de West-Friese muntmeester Diederik van Romondt; (West-Friesland). Hij overleed in 1702, maar de muntbus werd pas in 1705 geopend. Waarschijnlijk heeft zijn weduwe Geertruid Forkenbeek en/of zijn zoon en opvolger de productie voortgezet want er bestaan o.a. gouden dukaten met de jaartallen 1702, 1703, 1704 en 1705. Het familiewapen is in zilver een rode dwarsbalk met drie rode rozen, twee daarboven, één daaronder. Het muntmeesterteken rozet is hiervan afgeleid.


Beernink (zie literatuur) noemt een Erasmus van Romondt die zijn vader Dirk jr. in 1710 zou zijn opgevolgd. Deze Erasmus is niet teruggevonden in de andere genealogische literatuur; hij komt ook niet voor in het Instructieboek van het College van Raden en Generaalmeesteren der Munte.


Bernard Cramer (1717-1721): de leden van het geslacht Cramer: Bernard, Coenraad Hendrik en Johan, gebruikten als muntmeesterteken een kraanvogel, ontleend aan het familiewapen, zoals blijkt uit het lakzegel van Coenraad Hendrik als muntmeester van Gelderland.


Coenraad Hendrik Cramer (1731-1754) was daarvóór muntmeester van West-Friesland en van Gelderland, gewest, zie ook muntmeesters Holland (zie onder 6.5 West-Friesland) en muntmeesters Gelderland.


Nicolaas Wonneman (1763-1807) heeft naast het muntmeesterteken adelaar (met de kop naar links en omhoog geheven vleugels) op guldens nog veel andere tekens gebruikt die naar alle waarschijnlijkheid als emissietekens aangemerkt moeten worden: een adelaar, als het muntmeesterteken, maar veel kleiner; een kleine adelaar met de vleugels omlaag; een halve adelaar (kop naar links en vleugels omhoog) en drie bollen, al of niet vergezeld van een rozet.


3.3 Deventer, stad

Hier was van 1534-1583 de Drie Steden Munt gevestigd.

Opmerkingen

Arend Wevell (ca. 1460) was tevens stadswisselaar. Van den Chijs, Overijssel, blz. 197.

Nicolaas Nijber (1488) was daarvóór muntmeester van Zutphen en daarna van Gelderland.


Gerrit van Elten (1503-1509) was mogelijk ook werkzaam te Osnabrück, omdat men vanuit Deventer in 1505 en 1506 berichten naar Osnabrück zond “an onsen muntmeister” om, volgens zijn belofte, naar Deventer te komen.


Lambert Fleming (1509-1523) was daarvóór muntmeester van Gelre en was buiten de Nederlanden ook muntmeester te Osnabrück, Munster, Rietberg en Diepholz (in deze vier plaatsen soms tegelijk met Deventer). Hij trok zich terug in 1523 maar werd nog op 92-jarige leeftijd te Osnabrück in 1531 wegens valsemunterij ter dood veroordeeld door middel van "zieden" in kokende olie.


Nicolaas van Essen (1589-1594) was hiervóór waardijn bij Balthasar Wijntgens sr. te Deventer (Drie Steden) en daarvóór muntmeester van Bergh. Hij reisde in 1594 naar de Probationstag te Keulen om zich te laten beëdigen (wat niet lukte) en op de terugweg werd hij overvallen door de Spanjaarden en hij overleed vlak daarna aan zijn verwondingen. Hij was een oom van Matthijs Goossens.


Matthijs Engelkens (1594-1598) was daarvóór muntmeester van Overijssel. In 1626 werd Jan Claesz. Engelen (zoals de familie ook werd genoemd), commissaris van de Amsterdamsche Wisselbank, benoemd tot adjunct generaal-meester.


Matthijs Goossens (1598-1617) was een oomzegger van Nicolaas van Essen.


Nicolaas Meynarts (1617-1626) werd in 1618 te Keulen gearresteerd omdat hij meer had aangemunt dan was toegestaan. In 1626 werd hij wederom gevangen genomen omdat hij in zijn nevenambt als muntmeester te Huissen muntvervalsing zou hebben gepleegd. Hij overleed datzelfde jaar nog in de gevangenis en was toen nog officieel in functie te Deventer. Zijn vader was Caspar Meynarts, stempelsnijder van Friesland tot 1611.


Johan Wijntgens (1626-1644) was een zoon van Balthasar jr. Hij was van 1617-1624 muntmeester van de stad Bremen. Hij trouwde te Hamburg met Elisabeth Gier, die in 1644 als weduwe aangeduid werd.


Johan van Harn (1661-1664) was daarna muntmeester van Kampen. Hij was gehuwd met Clara Jellen, zie de stambomen Van Harn en Wijntgens in muntmeesters stambomen. Zijn eerste munten dateren van 1662. Het familiewapen heeft een morenkop als helmteken.


Willem Sluysken (1664-1670) en zijn broer en Pieter waren zoons van Gerrit Sluysken, muntmeester van Gelderland, gewest, en van Lucretia Wijntgens. Willem vluchtte wegens bankroet in 1670 en werd daarna ontslagen. Zie de stamboom Wijntgens in muntmeesters stambomen. Het familiewapen bevat een zittende jachthond, waarvan het muntmeesterteken is afgeleid.


Pieter Sluysken (1682-1711) was getrouwd met Clara van Harn, dochter van Johan van Harn, muntmeester van Deventer en van Kampen. Zie de stambomen Van Harn en Wijntgens in muntmeesters stambomen. Hij was tevens muntmeester van Gelderland.

De muntslag te Deventer lag stil van 1692-1698. Na de productie in 1698 zijn er alleen nog

dubbele stuivers geslagen voor de VOC in 1702, 1707 en 1708. In 1710 werd hij benoemd in West-Friesland, maar daar heeft hij nooit gemunt. Hij overleed in 1711.


3.4 Kampen, stad


Muntteken: stadspoort, ontleend aan het stadswapen. Van 1583-1589 was hier de Drie Steden Munt gevestigd.


Opmerkingen


Hendrik Jansz. (1470) was goudsmid te Kampen.


Lodewijk Jager (1479-1486) is mogelijk nog actief geweest als muntmeester tot 1488. In 1491 vluchtte hij de stad uit omdat hij beschuldigd was van heling van gestolen zilver uit Utrecht. In 1486 werd muntmeester Sijbrand Petersz. Kerckhoff ingeschreven in het ledenregister van de St. Cuneramemorie te Kampen. Hij komt nog tot 1508 in de archieven van Kampen voor, maar er is geen enkele aanwijzing dat hij muntmeester was van Kampen, Deventer, Zwolle of Overijssel.


Maarten Nijekamer (1524-1534) was tevens muntmeester van Overijssel en van 1534-1536? muntmeester te Emden. Hij overleed vóór 7 december 1557. Bij zijn benoeming in 1524 meldde de magistraat dat Kampen op dat moment niet over een munthuis beschikte.


Hendrik Wijntgens (1589-1611) zoon van Balthasar sr, was tegelijkertijd ook muntmeester van de provincie Overijssel. Van Romondt (1915) noemt als zijn opvolger in 1611 Roelof Jellen, echtgenoot van Clara Wijntgens.


Johan Wijntgens (1613-1617) zoon van zijn voorganger Hendrik Wijntgens. Hij werd in 1617 te Düsseldorf gearresteerd wegens het slaan van minderwaardige munten, maar was daarna toch weer werkzaam te Kampen. Hij was tegelijkertijd muntmeester van Overijssel en daarna werd hij muntmeester van Oost-Friesland te Esens. Hij werd in 1645 te Emden gearresteerd op verdenking van valsemunterij, maar was in hetzelfde jaar weer actief te Esens.


Hendrik Wijntgens (1618) oudste, nog minderjarige zoon van Johan. Hij trad tijdelijk op voor zijn vader nadat die wegens valsemunterij gearresteerd was te Düsseldorf. In 1634 volgde hij zijn vader in Kampen op en in 1644 werd hij muntmeester van Oost-Friesland te Esens.


Johan Wijntgens (16??-1634) was hiervoor al muntmeester van 1613-1617.


Hendrik Wijntgens (1634-1644) was tijdelijk al muntmeester in 1618. Hij was tegelijkertijd muntmeester van Overijssel. Daarna werd hij muntmeester van Oost-Friesland. Er bestaan leeuwendaalders uit de jaren 1646-1653!


Jan Jellen (1653-1663) zoon van Roelof Jellen en van Clara Wijntgens, zuster van Johan Wijntgens, muntmeester van Kampen 1611-1634. Jan Jellen was gehuwd met Hester Wijntgens, een zuster van zijn voorganger Hendrik Wijntgens. Zie de stamboom Wijntgens in muntmeesters stambomen.


Johan van Harn (1664-1675) schoonzoon van zijn kinderloze voorganger Jan Jellen, zie de stamboom Van Harn in muntmeesters stambomen. Johan van Harn was daarvóór muntmeester van Deventer. In 1672 kreeg hij van het stadsbestuur van Kampen opdracht om kerkzilver te vermunten tot (minderwaardige) florijnen. Hij vluchtte in 1674 uit Kampen toen de generaal-meesters een onderzoek instelden naar deze geheime muntslag maar de muntbus en administratie bleken verdwenen te zijn zodat de generaal-meesters alleen de muntgezellen konden ondervragen.


Jacob Ridder (1676-1695) was schoonzoon van zijn voorganger Johan van Harn. Zijn zoon Lambert werd muntmeester van Gelderland, zie de stamboom Van Harn in muntmeesters stambomen. Herman Ridder was muntgezel van West-Friesland in 1695.


3.5 Zwolle, stad


Eerste muntperiode 1488-1499 geen muntteken, tweede periode 1590-1694 muntteken stadswapen (tot ca. 1625 alleen het schild, daarna vaak met St. Michael met of zonder schild). De Munt werd in 1694 officieel gesloten.


Opmerkingen


Herman van Nassau (1488-1499) was daarna muntmeester van Gelre te Zutphen.


Balthasar Wijntgens jr. (1590-1593) was een zoon van Balthasar sr. Hij was van 1582-1589 muntmeester van Overijssel. In Zwolle werd hij in 1593 ontslagen en zijn bezittingen werden in beslag genomen. Hij overleed vóór 14 februari 1594.


Arend van Romondt (1593-1628) was zoon uit het eerste huwelijk van Gerrit van Romondt, de stamvader van dit muntmeestersgeslacht. Gerrit zelf is nooit muntmeester geweest. Mogelijk heeft zijn tweede vrouw. Aaltje Wijntgens, dit ambt binnen de familie gebracht, zie de stambomen Wijntgens en Van Romondt in de muntmeesters stambomen.


Jan van Romondt (1629-1646) was een halfbroer van zijn voorganger Arend van Romondt. Jan was daarvoor muntmeester van Oost-Friesland (1617-1623), waar hij in 1617 trouwde met Wynne Wijntgens, de weduwe van zijn voorganger Jacob Stalpart van der Wiele, muntmeester 1613-1617. In 1619 werd Jan ook muntmeester van Bentheim-Tecklenburg-Steinfurt. Hij werd in Oost-Friesland eerst opgevolgd door Thomas Isenbein en daarna door zijn oudste zoon Gerrit en vervolgens in 1634 door zijn tweede zoon Diederik of Derk, die daarna in 1649 te Enkhuizen benoemd werd tot muntmeester van West-Friesland.


Arend van Romondt (1646-1671) was een zoon van zijn voorganger Jan van Romondt.


Gerrit van Romondt (1672-1683) was een zoon van zijn voorganger Arend. Gerrit werd werkeloos vanwege de Franse bezetting in 1672 (er bestaat alleen een dubbele stuiver met het jaartal 1672) en aanvaardde daarom het muntmeesterschap te Amsterdam. Hij keerde daarna weer naar Zwolle terug.


Comelis van Keppel Fox (1684-1694) was een zwager van zijn voorganger Gerrit van Romondt. Zie de stamboom Van Romondt in muntmeesters stambomen. De muntslag eindigde in 1692 en de Munt werd in 1694 officieel gesloten.


3.6 De Drie Steden gezamenlijk


Munt te Deventer (1534-1583, meestal sterretjes als interpunctie) en Kampen (1583-1589, meestal klaverblaadjes als interpunctie).


Willem van Vierssen (1534-1554) werd in 1534 te Kampen omschreven als de muntmeester van de Drie Steden en in de aanstellingsbrief van zijn opvolger Balthasar Wijntgens wordt nog verwezen naar de ordonnantie van 1534, opgesteld met Willem van Vierssen. Willem is waarschijnlijk de vader van Matthijs van Vierssen, de muntmeester van Vianen van ca. 1560.


Balthasar Wijntgens sr. (1555-1587) was getrouwd met Anna Fleming, dochter van Jasper Fleming, zie de stamboom Fleming in de muntmeesters stambomen. Het is opvallend dat Balthasar bij zijn aanstelling heeft beloofd geen zakelijke relaties met zijn schoonvader te zullen onderhouden en dat Jasper geen profijt van de Drie Steden muntslag mag hebben.

Het wapen van Balthasar sr komt voor in een glas-in-loodraam in de munttoren te Deventer: in goud een rode lelie. Hij overleed in 1589.


Caspar Wijntgens (1587-1588) was een zoon van zijn voorganger Balthasar sr. Daarna volgde hij zijn vader wederom op als muntmeester van West-Friesland.

Terug naar muntmeesters