Handelingen

Antwerpen

Uit Wiki Munten en papiergeld

The printable version is no longer supported and may have rendering errors. Please update your browser bookmarks and please use the default browser print function instead.

Antwerpen, muntplaats in de gelijknamige provincie, was een van de belangrijke muntplaatsen van de Zuidelijke Nederlanden. De vroegste muntslag bestaat uit Merovingische tremisses uit de 7e eeuw (Merovingische munten). In de 11e eeuw zijn er munten geslagen op naam van de Duitse keizer Hendrik II (1002-1024) en mogelijk anonieme munten door de hertogen van Neder-Lotharingen.

Sedert de 12e eeuw is er tot 1356 met tussenpozen gemunt door de onderstaande hertogen van Brabant:

Godfried I 1095-1140

Hendrik II 1235-1248

Hendrik III 1248-1261

Aleidis 1261-1268

Jan I 1268-1294

Jan II 1294-1312

Jan III 1312-1355

Mogelijk zijn de gouden schilden op naam van keizer Lodewijk IV van ca. 1340 te Antwerpen geslagen.

Van 1356 tot 1406 was Antwerpen Vlaams en lag de muntslag stil. Na een korte emissie onder Antoon (1404-1406) werd het munthuis definitief heropend in 1474. Sindsdien is er onafgebroken aangemunt door de hertogen van Brabant uit het Bourgondische huis en het Habsburgse huis. De toenemende economische betekenis van de stad en de goede verstandhouding met de Bourgondische hertogen zorgden er voor dat Antwerpen aan het einde van de vijftiende eeuw de belangrijkste muntplaats in de Nederlanden werd. Na de afsplitsing van het Noorden in 1581 en de daarmee samenhangende afsluiting van de Schelde verminderde het belang van de Antwerpse haven en daalde de economische activiteit. De muntproductie bleef echter tot het einde van de 17e eeuw zeer omvangrijk.

De centraliseringspolitiek van de 18e eeuwse vorsten leidde er echter toe dat in 1758 het munthuis te Antwerpen werd gesloten en Brussel de enige muntplaats van de Zuidelijke Nederlanden werd.

Het muntteken van Antwerpen was het handje, afkomstig uit het stadswapen.

Het werd oorspronkelijk in 1474 ingevoerd als muntmeestersteken maar werd al spoedig gebruikt als muntteken. In 1814 zijn er tijdens de Franse bezetting te Antwerpen koperen noodmunten geslagen, eerst op naam van Napoleon, daarna op naam van de Franse koning Lodewijk XVIII.

Zie voor de overige muntplaatsen in de Nederlanden de lijst muntplaatsen. Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog heeft Antwerpen noodbiljetten laten drukken (gedateerd 27 augustus 1914) maar nooit in omloop gebracht. Ze zijn in 1918 overgenomen door de Nationale Bank van België, die de emissie verzorgd heeft.


  • Frankrijk, Antwerpen, stad, noodmunt van 10 centiem, 1814, koper, met initiaal N van Napoleon.
  • Duitse rijk, Lodewijk IV de Beier (1314 - 1347), keizersschild, z.j. (1338), goud, geslagen te Antwerpen.
  • Wapen van de stad Antwerpen. Muntteken van het Munthuis te Antwerpen: handje (Karel III, patagon 1709). Vergroot (handje = 3 mm hoog).