Caesar

Caesar, (waaruit Ned. woord keizer is ontstaan) was oorspronkelijk de eigennaam van de dictator C. Julius Caesar. De naam ging over op zijn adoptiefzoon, de latere keizer Augustus en diens opvolgers uit het Julisch-Claudische huis. Latere keizers voegden Caesar als titel aan hun naam toe, vooral in de combinatie IMP.CAES. Hadrianus gebruikte voor zijn adoptiefzoon Aelius de titel Caesar in 136 voor het eerst in de betekenis van kroonprins, troonopvolger. Vanaf 250 werd voor de onderkeizer/troonopvolger vaak de titel NOBILISSIMVS CAESAR (NOB C of NOB CAES) gebruikt. De titel komt op Romeinse munten het laatst voor in 474 bij Zeno en Leo II.

In de middeleeuwen komt incidenteel de titel Caesar op munten voor in de betekenis van imperator of keizer; Romeinse rijk.