Handelingen

Beveiliging van munten

Uit Wiki Munten en papiergeld

Versie door MyWikiAdminEnc (overleg | bijdragen) op 15 jan 2017 om 22:50 (1 versie geïmporteerd)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

beveiliging van munten tegen namaak of vervalsing bestaat evenals bij bankbiljetten (zie hierboven) uit juridische en technische bescherming.

De juridische beveiliging berust op de bepalingen in de strafwetgeving betreffende valsemunterij, die zowel van toepassing zijn op het namaken of vervalsen van eigen munten en bankbiljetten als die van het buitenland. Voor Nederland zijn dat de artikelen 208 t/m 215 WvS en art. 440 Wetboek van Koophandel, voor België de art. 160 t/m 170, 180 en 185 t/m 187bis van het Strafwetboek.

De technische beveiliging bestaat uit het streven naar een zo hoog mogelijke technische perfectie bij de muntslag. Vergeleken met bankbiljetten spelen echtheidskenmerken als geheime tekens een veel minder belangrijke rol, al kwamen deze op gouden en zilveren munten wel regelmatig voor.

Het belangrijkste echtheidskenmerk van een munt is de beeldenaar.

Samen met andere kenmerken als gewicht, diameter en in mindere mate gehalte, maken ze het onderscheid tussen echt en vals mogelijk. De verspreiding van goed herkenbare afbeeldingen van muntsoorten, samen met het voorgeschreven gewicht, behoort dan ook tot de eenvoudigste beveiligingsmaatregelen.

Al vrij snel na het eerste gebruik van drukwerk bij het verspreiden van muntordonnanties in 1485, werden er dan ook reeds in 1489 voor het eerst afbeeldingen opgenomen en vanaf 1499 speelden ze bewust een rol in de strijd tegen valsemunterij en circulatievervalsing (beeldenaar en manuaal). Technisch hoogwaardige munten zijn met eenvoudige apparatuur zeer moeilijk na te maken. Ook het vervalsen door snoeien is niet mogelijk bij een volmaakt ronde munt met een beveiligde rand. Daarom is verbetering van de muntslag door mechanisering al vanaf de Middeleeuwen het beste wapen tegen vervalsing en namaak geweest.

Er bestaan in veel landen weinig beveiligingsmaatregelen betreffende munten en bankbiljetten die niet meer de status van wettig betaalmiddel hebben. In Nederland en België kan men in dat geval alleen vervolgd worden wegens oplichting.