Sassaniden
Uit Wiki Munten en papiergeld
Sassaniden, naam van de dynastie die, na de omverwerping van de dynastie der Arsakiden of Parthen (226 n.Chr.), over Perzië (Iran) heerste en dit voortzette tot 651. Onder Shapur II (310-379) kende het rijk zijn grootste omvang; het liep van Syrië in het westen tot aan de Indus in het oosten en van de Kaukasus en de rivier de Oxus in het noorden tot aan de Perzische Golf en de Indische oceaan in het zuiden.
De basis van het muntsysteem van de Sassaniden is de zilveren drahm (drachme) die ongeveer 4 g woog. Er werden veelvouden (4) en kleinere denominaties (½, 1/6 uitgegeven. Daarnaast werden ook de gouden denar, evenals koperen, bronzen en loden munten geslagen.
Over de onderlinge verhouding van al deze denominaties is weinig bekend. Al komen de namen van de muntplaatsen slechts sinds het einde van de 3e eeuw op de munten voor, toch is het vrij zeker dat reeds in de beginperiode in verschillende ateliers munten werden geslagen. Tot de met zekerheid bekende muntplaatsen behoren: Darabgird, Bishapur, Istakhr en Karziy in de Fars, Rayy en Goyman in Centraal-Iran en Hariy en Merv in het oosten van het rijk.
Met de Sassaniden verandert de munt grondig van uiterlijk. Het typische dikke muntplaatje van de Parthen maakt plaats voor grote dunne munten en het reliëf wordt laag gehouden. De vz draagt steeds het borstbeeld van de koning naar rechts; elke vorst draagt een specifieke kroon, die het mogelijk maakt personages op rotssculpturen en zegels te identificeren. Bij uitzondering wordt de vorst frontaal afgebeeld (Ardashir I, 224-241 n.Chr.). Op sommige munten krijgt ook de kroonprins een plaats op de vz. Op de kz van de munten komen drie basistypes voor: een vuuraltaar (het koninklijk vuur dat elke heerser bij zijn troonsbestijging aanstak), een vuuraltaar geflankeerd door twee personen (de koning en Mithras) en een vuuraltaar waarop een buste in het vuur aanwezig is (vnl. 4e en 5e eeuw).
De omschriften op de munten zijn hoofdzakelijk in het Middelperzisch. Op de vz staat de naam van de koning met al zijn titels, op de kz de naam van het koninklijk vuur. Vanaf Yazdagird II (439-457) wordt de tekst op de vz verkort en vanaf Kavad I (488-497 en 499-531) komt meestal slechts de naam van de koning voor. Sinds het begin van de 4e eeuw staan op de kz voornamelijk administratieve gegevens, zoals de datum en de plaats van uitgifte.
Koningen | |
Ardashir I | 224-241 |
ShapurI | 241-272 |
Hormizd I | 272-273 |
Varhram (Bahram) I | 273-276 |
Varhram II | 276-293 |
Varhram III* | 293 |
Naresh | 293-302 |
Hormizd II | 302-309 |
Shapur II | 309-379 |
Ardashir II | 379-383 |
Shapur III | 383-388 |
Varhram IV | 388-399 |
Yazdagird I | 399-421 |
Varhram V | 421-439 |
Yazdagird II | 439-457 |
Hormizd III | 457-459 |
Peroz | 459-484 |
Valkas (Balash) | 484-488 |
Kavad I | 488-497 |
Zamasp | 497-499 |
Kavad I (tweede periode) | 499-531 |
Xusro (Khosrow) I | 531-579 |
Hormizd IV | 579-590 |
Varhram VI | 590-591 |
Xusro II | 591-628 |
Kavad II | 628 |
Ardashir III | 628-630 |
Xusro III* | 630 |
Buran (koningin) | 630-631 |
Azarmidukht (koningin)* | 631 |
Hormizd V | 631-632 |
Xusro IV | 631-632 |
Yazdagird III | 632-651 |
* heeft niet aangemunt |
v.H.
Lit.:
Göbl, R., Sassanidische Numismatik, Braunschweig 1968;
Gyselen, R., Ateliers monétaires et cachets officiels sasanides, Studia Iranica, 8 (1979) 189-212;
idem, De Munten, Hofkunst van de Sassanieden, Brussel 1993, blz. 127-130 en 294-300;
Sellwood, D., e.a., An Introduction to Sasanian Coins, Londen 1985.