Muntmeesters Zeeland
Uit Wiki Munten en papiergeld
muntmeesters Zeeland,
7. Zeeland, gewest | ' |
muntmeesters | in functie |
Jean Noirot | 1580 |
Jeronimus Bruynzeels | 1580-1585 |
Jacob Boreel | 1585-1599 |
Melchior Wijntgens | 1601-1612 |
Nicolaas Wijntgens | 1612 |
Balthasar van der Voorde | 1612-1634 |
Pieter van der Voorde | 1634-1658 |
Jacob Boreel | 1658-1678 |
Hendrik van Heumen | |
provisioneel | 1678-1679 |
Hendrik van Heumen | 1679-1682 |
Hendrik van Dusseldorp | 1682-1705 |
Adolf de Groene | 1706-1711 |
David Fiers | 1713-1721 |
Pieter Kappeyne | 1721-1752 |
Martinus Holtzhey sr. | 1752-1764 |
Martinus Holtzhey jr. | 1764-1788 |
Petronella Slob | 1788-1799 |
Johan Lodewijk Molter | 1788-1799 |
7. Zeeland, gewest
Munt te Middelburg, mt: burcht, ontleend aan het stadswapen. De Munt werd in 1799 gesloten en het munthuis werd in 1827 afgebroken.
Jean Noirot (1580) was provisioneel muntmeester van Zeeland van 16 tot 28 juni 1580. Waarschijnlijk is hij dezelfde als de Antwerpse muntmeester van 1552-1555 en 1562-1572.
Jeronimus Bruynzeels (1580-1585) Bruynseels genaamd, was daarvóór muntmeester te Dordrecht, waar hij was benoemd op voorspraak van Alva, waartegen in Dordrecht verzet rees omdat hij geboren Brabander was (afkomstig uit Antwerpen) en het muntprivilege dit ambt aan Hollanders voorbehield. Hij werd afgezet in 1571. Later was hij generaal-meester in 1586; generaalmeesters.
Melchior Wijntgens (1601-1612) was een zoon van Balthasar sr. Hij gaf zijn ambt als generaal-meester (benoemd in 1597) op om muntmeester van Zeeland te kunnen worden.
Nicolaas Wijntgens (1612) was een zoon van Balthasar jr. Hij was eerst essayeur bij zijn oom Caspar in West-Friesland. Na de dood van zijn oom Melchior trad hij van 14 april tot 17 september 1612 op als de gemachtigde van zijn tante Geertruid van der Block, de weduwe van Melchior. Daarna werd Nicolaas muntmeester te Jever in 1616 en van West-Friesland in 1631.
Balthasar van der Voorde (1612-1634) is in functie overleden.
Pieter van der Voorde (1634-1658) was een zoon van Balthasar. Pieter overleed in functie op 16 juni 1658.
Jacob Boreel (1658-1678) is in functie overleden. Zijn vader Abraham Boreel was generaal-meester van 1648-1664 en zijn broer Willem Boreel was generaal-meester van 1664-1693.
Hendrik van Heumen, provisioneel (1678-1679 en 1679-1682) startte in 1678 als provisioneel muntmeester. Hij was vanaf 1654 werkzaam als essayeur te Middelburg.
Hendrik van Dusseldorp (1682-1705): zijn aanstelling door de Staten van Zeeland is pas gedateerd op 28 januari 1683.
Adolf de Groene (1706-1711) overleed in functie op 20 mei 1711.
David Fiers (1713-1721) overleed in functie op 19 september 1721.
Pieter Kappeyne (1721-1752) was een schoonzoon van zijn voorganger David Fiers Hij was daarvóór actief in de speciehandel (= edelmetaalhandel, vaak in de vorm van - buitenlandse of oude - munten) te Middelburg.
Martinus Holtzhey sr. (1752-1764) was daarvóór muntmeester van Gelderland. In 1754 liet hij zijn neef Johan Matthias Holtzhey, daarvoor werkzaam in Duitsland, aanstellen als stempelsnijder te Middelburg. Johan Matthias bleef in functie tot zijn pensionering in 1788.
Martinus Holtzhey jr. (1764-1788) was de jongste zoon van Martinus sr. Hij was reeds in 1752 (bijna vijftien jaar oud) om louter financiële redenen aangesteld als stempelsnijder van zijn vader te Middelburg (zijn vader sneed overigens zelf die stempels). Vanaf 1760 was hij tweede muntmeester en in 1764 volgde hij zijn in dat jaar overleden vader op als muntmeester.
Petronella Slob (1788-1799) was weduwe van Martinus Holtzhey jr. Zij was een zuster van Cornelia Hester Slob, de eerste vrouw van Johan George Holtzhey, broer van Martinus jr.
Johan Lodewijk Molter (1788-1799) was toegevoegd aan Petronella Slob.