Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij

Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, (NASM) vanaf 1896 veelal aangeduid als "Holland-Amerika Lijn", introduceerde als gevolg van een optredend tekort aan pasmunt een vorm van papiergeld. Met ingang van 5 augustus 1914 werden, bij de uitbetaling van de lonen aan het personeel, door de maatschappij vervaardigde toonderbiljetten gebruikt. Ze zijn eenzijdig gedrukt en bestaan in drie coupures, een 50 cent, een gulden en een 2½ gulden. In januari 1915 zijn ze waarschijnlijk voor het laatst gebruikt.

Door de NASM zijn in 1948, voor het gebruik aan boord van haar schepen, eigen munten gebruikt. De voorzijde daarvan toont de vlag van de maatschappij met het omschrift "Holland Amerika Lijn". Op de keerzijde staat de waarde in uitsluitend cijfers, het jaartal 1948 en het omschrift "Scheepspenning - Ship's currency". Ze zijn in drie waarden uitgegeven: 5, 10 en 25.

Aan boord van het stoomschip "Volendam" is, tijdens in 1949 en 1951 gemaakte reizen met militairen, een vorm van papiergeld gebruikt in de coupures 10 en 25 cent en een gulden.

Ed v.G.