Koperlegeringen
Uit Wiki Munten en papiergeld
koperlegeringen, zijn legeringen waarvan koper het hoofdbestanddeel vormt. Verschillende daarvan worden als muntmetaal toegepast, nl. brons, dat al in de oudheid gebruikt werd, het bevatte 5-20% tin terwijl ook vaak lood, ijzer en zink aanwezig waren. Tegenwoordig verstaan we onder muntbrons een legering met 0,5-4% tin en 1-4% zink.
Sinds de 19e eeuw wordt koper-nikkel toegepast, het is nu de meest gebruikte koperlegering. Het wordt ook wel cupronickel genoemd. Het bevat 25% nikkel en heeft daardoor de rode koperkleur verloren.
Een ander belangrijk muntmetaal is koper-aluminium, ook wel aluminiumbrons genoemd. Vaak wordt naast aluminium nog circa 2% nikkel toegevoegd.
Nikkelmessing wordt ook vaak toegepast, het bevat naast 20-40% zink, 2-5% nikkel.
Nieuwzilver (eng. nickelsilver, duits Neusilber) bevat naast 25-35% zink, 10-30% nikkel. Zolang het weinig in omloop is geweest, lijkt het op zilver.
Messing, een koperlegering met 30-40% zink verliest bij gebruik zijn glans. Het was bij de Romeinen in gebruik van de le-3e eeuw naast brons, orichalcum. Het wordt tegenwoordig weinig meer toegepast.
K.